Op de vroege ochtend van 2 januari 1944 stort bij Nieuw-Schoonebeek een Canadese Lancaster neer. Daarbij ontploffen vier bommen. En 72 jaar later wordt alsnog een bom van dit toestel gevonden en tot ontploffing gebracht.
Het jaar 1944 begint met de voortzetting van de 'Slag om Berlijn', die eind 1943 begint en duurt tot maart 1944. De Duitse nachtjagers zijn dan nog een geduchte tegenstander.
De Lancaster JB280 'LQ-K' van het 405 squadron stijgt op 2 januari 1944 om 00:23 op van de basis Gransden Lodge en wordt op weg naar Berlijn om 02:10 neergehaald door de nachtjager van luitenant Friedrich 'Fritz' Potthast van Nachtgeschwader 12./NJG1 op de basis Leeuwarden. Potthast zou in de nacht van 21 op 22 mei in een luchtgevecht sneuvelen bij Sourbrodt (Malmedy.Hij schoot elf toestellen neer.
Het toestel stort brandend neer en explodeert bij het neerkomen op 200 meter van de Duitse grens en 700 meter van de Schoonebekerstraat. In datzelfde gebied ontploffen minstens vier bommen. Vaak worden bommen nog vlak voor de crash er uitgegooid om de kans op een succesvolle noodlanding te vergroten. In dit geval maakt het niet veel uit. Alle bemanningsleden komen om het leven.
Politiereapport beschrijft schade
Opperwachtmeester Hendrik Roelof Rinsma maakt er een rapport van op, met daarin ook vreselijke details over de aangetroffen lichamen (foto's van wrakstukken bommenwerper).
'De bommen,voor zover bekend vier stuks, zijn allen ontploft en hebben aan verscheidene woningen schade aangericht, hiervan is de woning van J.G. Lambers te Nieuw-Schoonebeek zeer zwaar beschadigd en die bewoond door J.H. Lambers en G.R. Herbers, beiden Nieuw-Schoonebeek, iets minder zwaar. Verder hebben talrijke woningen glasschade en schade aan de daken opgelopen. Een in een los, naast de woning, staand schuurtje, toebehorend aan J.G. Lambers, staand paard (hit), is door bomscherven gedood, terwijl een tiental kippen eveneens aan Lambers toebehoren zijn gedood. Deze bevonden zich in een naast de woning staand houten schuurtje, dat geheel werd verwoest. Persoonlijke Ongelukken vonden niet plaats.'
Begraven in Schoonebeek
De zeven dode bemanningsleden worden drie dagen later begraven op de de algemene begraafplaats in Schoonebeek (Oud Schoonebeek). Het zijn de 23-jarige commandant F/O Thomas Henry Donnelly (drager van de Distinguished Flying Medal) en RCAF, Sgt Leslie George Robert Miller, navigator F/O Alexander Jerry Salaba RCAF, F/S William Leonard John Clark RCAF, bommenrichter Sgt Brian Sidney James West, Sgt Ronald Everest Watts en co-piloot Sgt Ronald Zimmer RCAF. (foto Rob Wethly)
Drie Lancaster storten neer bij Schoonebeek
De Avro Lancaster is vanaf 1941 de meest succesvolle Britse bommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog en wordt steeds gemoderniseerd.
In totaal komen er rond Schoonebeek drie neer: op 24 mei 1943 (foto met gesneuveld bemanningslid), op 18 november 1943 en dus op 2 januari 1944. Op 14 januari 1944 komt ook een Lancaster bij Klazienaveen terecht. Ze zijn allemaal van het type MK 111, waarvan er 3039 zijn gemaakt.
Bom gevonden
In januari 2016 wordt in een weiland bij Schoonebeek alsnog een zogenaamde 1000 ponder gevonden, een bom met een werkelijk gewicht van 475 kilo. Daarvan waren er (toestel van 2 januari 1944) vier aan boord: 2375 kilo. En daarnaast nog een zwaardere blockbusterbom van 1800 kilo: een zogenaamde 4000 ponder met de bijnaam cookie, die gevuld met 1000 kilo springstof een hele straat kan wegvagen. De eigenaar van het stuk land waar de bom is gevonden, vermoedt dat nog ergens een bom ligt, maar er zijn ook volgens defensie maar vijf bommen aan boord geweest: vier die direct zijn ontploft en de vijfde die in 2016 wordt gevonden (foto).
Volgens deze vluchtgegevens zijn er vijf bommen aan boord geweest: vier duizend ponders en nog een zwaardere bom.
Metaaldetector vindt bom
Eigenaar Alfred Huser denkt dat hij de afgelopen jaren verschillende keren geluk heeft gehad. "Wij hebben echt een engeltje op onze schouder gehad. Bij het cultiveren gaat je altijd vrij diep door de grond. Gelukkig hebben wij die bom nooit per ongeluk tot ontploffing gebracht."
De akker aan de Europaweg is een geliefde plek voor mensen met een metaaldetector om te zoeken naar materialen die zijn overgebleven van het vliegtuig. Op de ochtend van 10 januari 2016 wordt de bom vijftig centimeter onder de oppervlakte ontdekt als Rob Wethly samen met zijn zoons Yannic en Yde het land afzoekt met een detector in de hoop nog wat onderdelen van het toestel te vinden. Wethly, die ook de oprichter is van een studiegroep die onderzoek doet naar vliegtuigcrashes in de regio Schoonebeek, alarmeert de politie.
'In eerste instantie was ik niet echt blij met het vinden van de bom, want morgen wordt hij opgeblazen. Ik had bijvoorbeeld liever een stukje sieraad van een van de inzittenden van het vliegtuig gevonden, zodat we dat naar de nabestaanden hadden kunnen sturen", kijkt Wethly terug. "Maar nu kijk ik er toch iets anders tegenaan. Die bom lag zo ondiep, die is 72 jaar lang een gevaar geweest. Ik ben blij dat dat gevaar nu geweken is.'
De bom wordt twee dagen door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) overgebracht naar een stuk bouwland aan de Europaweg en daar tot ontploffing gebracht. De explosie laat een krater achter met een diepte van vier meter en een diameter van twaalf meter.
Vier dagen later regent het weer bommen
Vier dagen na de crash bij Nieuw-Schoonebeek gooit een ander in brand geschoten toestel in nood op 6 januari 1944 vijf bommen af. Zij komen terecht aan de Veenschapsweg in de buurtschap Steenwijksmoer. Twee woningen worden zwaar beschadigd, anderen woningen lopen minder schade op. In een weiland nabij driesprong Coevorden-Steenwijksmoer-Nieuwe Krim ligt een niet ontplofte bom. Ook in de Nieuwe Krim komen enkele bommen neer waaronder een blindganger. Welk toestel de bommen heeft gegooid blijft een mysterie, in ieder geval is er die dag niet eentje op Nederlands grondgebied terecht gekomen.Er zijn in de nacht van 5 op 6 januari 358 bommenwerper op weg naar Stettin. Zestien komen niet terug.