Het aantal van 102.000 vanuit Nederland gedeporteerde en vermoorde Joden, en Sinti en Roma is veelal een getal waarin de individuele mens is verdwenen. Daarom neemt het Herinneringscentrum Kamp Westerbork in 2005 het initiatief tot 'De 102.000 Namen Lezen'.
Ook in 2010 en 2015 worden dagenlang de namen voorgelezen van hen die geen eigen graf hebben. Het noemen van hun namen doet ervaren dat 102.000 niet een getal is, maar dat het om 102.000 keer een vader, een moeder, een oma, een broer, een nicht, een vriend gaat.
Het lezen van de namen klinkt gedurende zes dagen en vijf nachten, 116 uren achtereen op de plek waar de treinen naar de vernietigingskampen vertrokken. De namen worden in alfabetische volgorde genoemd, van hen die in Nederland werden geboren, maar ook van de Joodse vluchtelingen uit met name Duitsland. Gelezen wordt steeds de voornaam, de familienaam en de leeftijd van ieder slachtoffer. Dit op basis van gegevens van de database Een Naam en Een Gezicht.
Koning Willem Alexander leest namen in 2015
Aan de voorleesmarathon doen in 2015 bijna zevenhonderd mensen mee. De Haarlemse Beppie Ottenbros-Bosboom, 88 jaar oud, is de eerste. Ze overleeft de kampen Auschwitz en Ravensbruck. Al jaren geeft ze onvermoeibaar voorlichting over de concentratiekampen op scholen. Lotte Smid uit Veendam is met haar 11 jaar de jongste lezer. Onder hen zijn ook koning Willem-Alexander, staatssecretaris Martin van Rijn (Welzijn), Commissaris van de Koning Jacques Tichelaar (foto) en moslims uit Screbrenica.
Afsluiten lezen namen 2015
Kort na 15.30 uur leest overlevende Bloeme Evers-Emden op 27 januiari de laatste serie namen op. De allerlaatste is die van Heinrich Zysmanowicz. Hij wordt in 1942 op 19-jarige leeftijd in Auschwitz vermoord. Na het uitspreken van de laatste naam wordt het muziekstuk ‘Namen’ van Maarten Peters opgevoerd. Op dat moment begint de internationale Holocaust-herdenking in Auschwitz.
Bloeme Evers-Emden is veertien jaar oud als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. In mei 1943 duikt ze onder, maar uiteindelijk wordt zij gearresteerd en naar Kamp Westerbork gestuurd. Ze moet op 3 september 1944 met de laatste trein naar Auschwitz. Bloeme Evers-Emden weet in leven te blijven tot 8 mei 1945; de dag waarop het vernietigingskamp door de Russen wordt bevrijd. Ze voltooit de voorlees-marathon samen met Zoni Weisz. Die verliest zijn hele familie; zijn moeder, twee zusjes en een broertje komen om in Auschwitz, zijn vader overlijdt in een ander Pools concentratiekamp als gevolg van dwangarbeid.
Ook Joop Waterman leest deze laatste dag namen voor. Hij wordt in 1943 in Kamp Westerbork geboren. Op 11 januari 1944 wordt het gezin Waterman gedeporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Op 9 april 1945 wordt Joop en de rest van het gezin met het beruchte ‘verloren transport’ meegestuurd. Dit transport, in oorsprong bedoeld voor Theresienstadt, rijdt doelloos langs vele plaatsen en komt uiteindelijk op 23 april tot stilstand komt bij de plaats Tröbitz. Alle Duitse soldaten zijn dan verdwenen. Het gezin Waterman wordt bevrijd door de Russen. In de Duitse kampen verliest Waterman wel een deel van zijn familie.
Menno Reemeijer maakte voor NPO Radio 1 de bijgevoegde radioreportage.
Het voorlezen duurt in 2015 tot tot dinsdagmiddag 27 januari. Die dag is het zeventig jaar geleden dat vernietigingskamp Auschwitz in Polen wordt bevrijd. Via Drenthe worden meer dan 60.000 Joden en 245 Sinti en Roma en enkele tientallen verzetsstrijders naar Auschwitz gedeporteerd, in 65 transporten. Anderen komen uiteindelijk via andere kampen in Auschwitz terecht, zoals ongeveer 3.000 Nederlandse Joden uit Theresienstadt. Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en premier Mark Rutte zijn bij de internationale herdenking aanwezig.
Concentratiekamp Auschwitz zeventig jaar bevrijd
In Amsterdam wordt zondag 25 januari al herdacht dat concentratiekamp Auschwitz zeventig jaar geleden is bevrijd door de geallieerden. Tijdens de herdenking bij het Spiegelmonument in Amsterdam wordt een krans gelegd door een 93-jarige overlevende van het vernietigingskamp.
Burgemeester Eberhard van der Laan staat niet alleen stil bij de "gruweldaden" die zeventig jaar geleden plaatsvonden, maar ook bij het 'oplevende antisemitisme dat de laatste tijd opnieuw de kop opsteekt'. 'Wij laten dit gruwelijke niet opnieuw gebeuren.' Volgens Van der Laan moeten de lessen van de Tweede Wereldoorlog daarom herhaald blijven worden, 'voor de huidige en toekomstige generaties'.
Hij verwijst naar het nazisme uit de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw, waarin Joden stap voor stap uit het openbare leven worden verwijderd om uiteindelijk vermoord te worden. 'Wij waken ervoor ons sluipenderwijs te laten inkapselen door barbarij.'
De Tweede-Kamerleden Joram van Klaveren en Louis Bontes grijpen de zeventigste verjaardag van de bevrijding van de concentratiekampen aan om excuses te vragen voor de houding van Nederland in de oorlog. De Groep Bontes/Van Klaveren stelt dat de regering niets deed, terwijl er in 1943 al meer dan 100.000 'Joodse Nederlanders waren vermoord'. De Kamerleden vragen minister-president Mark Rutte of Nederland zeventig jaar na dato alsnog bereid is excuses te maken.
Het lezen van de namen wordt een traditie.
2005
Op 22 januari 2005 gaat het project van start in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, waar tijdens de oorlog duizenden Joden worden verzameld voor deportatie. Het publiekelijk en onafgebroken voorlezen van de namen vindt dat jaar plaats van 22 t/m 27 januari en is ook dan al via het Internet te volgen. Na de opening wordt in het Verzetsmuseum verder gegaan met het lezen van de namen van hen die in Amsterdam zijn geboren. Het lezen in Amsterdam eindigt in de nacht van 24 op 25 januari rond 02.00 uur en wordt vervolgens zonder onderbreking voortgezet op het terrein van Kamp Westerbork.
Drents Diep portretteert rond dat lezen van de namen kamp-overlevende Ruth Wallage-Binheim. Ze is dertien jaar als op 9 november 1938 volgelingen van Hitler de synagoge van haar stad Hannover in brand steken en Joodse winkels en huizen plunderden. Deze nacht is voor de ouders van Ruth de aanleiding om hun drie kinderen met het laatste kindertransport op 4 januari 1939 naar het veilige Nederland te sturen. Ook Ruth wordt in mei 1943 naar Westerbork gedeporteerd. Samen met haar zus Hanna belandt ze begin maart 1944 in Auschwitz. Ze weten dit verschrikkelijke kamp te overleven. Als het Russische leger nadert, moeten duizenden kampgevangenen te voet naar andere kampen. Ruth en Hanna gaan op weg naar Ravensbrück en worden uiteindelijk op 3 mei 1945 bij Retzow bevrijd.
2010
In 2010 trekt een speciale website voor het voorlezen van de namen per dag ruim vierduizend belangstellenden. De marathon begint dat jaar in Amsterdam. Jules Schelvis, overlevende van vernietigingskamp Sobibor, start het voorlezen. Na Schelvis lezen ook staatssecretaris Jet Bussemaker en voorzitter Gerdi Verbeet van de Tweede Kamer de namen van slachtoffers en hun leeftijd.
Vanuit Amsterdam, Maastricht en Rotterdam vertrekken bussen naar Westerbork. De bussen rijden langs plekken die verband hielden met de Jodenvervolging. In de bussen gaat het lezen van namen door. Bijna zevenhonderd vrijwilligers hebben ook in 2010 bij toerbeurt namen gelezen. Twee melden zich per telefoon uit Israël en Verenigde Staten. De jongste voorlezer is een meisje van 11 jaar, de oudste wis ruim 80 jaar. De laatste naam is die van Heinrich Zysmanowicz. Kampoverlevende Fia Polak eerst zijn naam voor.
nieuwsreportage start namen lezen in 2010 De compositie "Namen" uit de liederen cyclus Bevroren tranen van Maarten Peters. Het stuk is geschreven als afsluiting van het gesproken monument 102.000 Namen Lezen in 2005. Het stuk word hier uitgevoerd door Co Vergouwen piano en het Gustav Klimt strijkkwartet onder leiding van Bastiaan van der Werf. De bevrijding van Auschwitz, gefilmd door een Russische cameraman....