Verzet en verraad

Massagraven in Anloo en Norg





De datum van 8 april 1945 is een beladen datum in de geschiedenis van Noord-Drenthe. De Duitsers weten dat de Canadezen in aantocht zijn. En dat is reden om gevangenen in Groningen om het leven te brengen en te begraven in drie massagraven in Norg en Anloo. Twee dagen later worden er nog tien personen doodgeschoten en begraven in het Mandenveld in Bakkeveen.

Onderduikershol Anloo

In september 1944 vinden de Duitsers min of meer bij toeval een onderduikershol in de bossen van Anloo, omdat ze tijdens een oefening een tent in de buurt zien staan. In het hol houden zich acht mensen schuil, drie worden opgepakt, de anderen weten te ontkomen. Architect Jakob Bruggema (35) uit Veendam, kantoorbediende Harm Molenkamp (23) uit Eenum en student medicijnen Gerard Oosting (27) uit Zuidlaren worden 12 oktober terechtgesteld in 'Westerbork'. In de hut worden ook ook 3 pistolen en distributiebescheiden van overvallen gevonden. Het hol wordt daarna uiteraard door het verzet niet meer gebruikt, maar wel door de Duitsers…



Cornelis Gerrit Wiegers, brigadecommandant van de marechaussee in Nieuweschans, is de spil in een Groningse verzetsgroep. Hij verzamelt gegevens in over onder andere opstellingen van Duits afweergeschut in het gebied rond Delfzijl. Als hij promoveert tot groepscommandant verhuist hij naar Finsterwolde. In het najaar van 1944 wordt hij compagniescommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten. Begin februari 1945 komen de Duitsers bij een verhoor van verzetsman Ate Eilander achter het complete organisatieschema. Douanechef Jan Driegen behoort ook tot zijn verzetsgroep. Er volgt een golf van arrestaties. De opdracht komt uit het Scholtenshuis in de stad Groningen (foto).

Piet Schreuder

Onder de slachtoffers ook Piet Schreuder, een voormalig sergeant en later een eigenaar van een stomerij. Hij sluit zich aan bij het verzet na de Duitse bezetting in mei 1940. In 1944/45 is hij "chef staf" van de noordelijke afdeling van de O.D. (Ordedienst), een verzetsorganisatie. Er is niet veel bekend over het werk van de noordelijke afdeling van de O.D. en Piet Schreuder (schuilnaam Rengers) in de jaren 44/45. De meeste betrokkenen hebben de oorlog door verraad niet overleefd.

Pieter Schreuder wordt op 7 februari 1945 opgepakt in de boerderij van Cees Antoons in Hoogkerk na een golf van eerdere arrestaties en verraad. Cees Antoons wordt na een kort verhoor in zijn huis, terwijl hij wegloopt, met een nekschot door Lehnhof doodgeschoten. De dag ervoor is zijn radiogroep in Uithuizermeden opgerold waarbij de eigenaar van de boerderij en nog twee mannen worden doodgeschoten.

Piet Schreuder wordt op 26 april 1945 met militaire eer herbegraven op begraafplaats Esserveld. Het is nog niet zijn laatste rustplaats. Hij wordt in juni 1997 herbegraven in Loenen.



In het Scholtenshuis in Groningen zetelt de Sicherheitsdienst (SD). Tijdens de oorlogsjaren staat het Scholtenshuis symbool voor de Duitse terreur. Meest gevreest is Robert Lehnhof. Hij heeft bijnamen als 'De schrik van Groningen' en 'De beul van Groningen'.  Nieuwe gevangenen worden wekenlang gemarteld. Sommigen komen bij de martelingen om het leven of plegen zelfmoord door uit het raam te springen. Anderen raken invalide voor het leven. Lehnhof (foto) geeft de opdracht tot de moordpartij in Anloo.

Op de ochtend van zondag 8 april 1945 staan vier voertuigen klaar bij het Scholtenshuis en huis van bewaring met de bedoeling om 40 gevangenen weg te voeren, voordat de Canadezen er zijn. Een vrachtwagen met tien verzetsmensen en een groep Duitsers met Nederlandse handlangers vanuit Groningen naar de plek in het bos van Anloo, ook wel de boshut genoemd.


Van het Scholtenshuis blijft in 1945 bij de bevrijding van Groningen weinig over.

Onderduikershol wordt massagraf

De tien Groningers worden doodgeschoten en in het hol begraven. Op 10 april 1945 zoekt Gezinus Udding naar dat hol in de grond. Het blijkt dichtgegooid met verbrand hout en aarde. Ook vindt hij een grote plas bloed. Hij roept de hulp in van opperwachtmeester Bos van de marechaussee in Eext. Met arbeiders uit de omgeving wordt het hol gedeeltelijk uitgegraven, zo wordt ontdekt dat er tien mensen in zijn begraven. Ze worden voor verder onderzoek naar een schuur gebracht.

'Nadat de lijken aldaar van hun bovenkleding waren ontdaan en waren gereinigd bleek, dat allen min of meer ernstig waren verminkt en mishandeld. Enige der lijken waren een of beide ogen kwijt, weer een ander was de neus of de kaken verbrijzeld, terwijl alle lijken de sporen vertoonden van ernstige mishandelingen, hetgeen bleek uit kneuzingen en ontvellingen over het gehele lichaam. Een der lijken had aan zijn linker pols nog een touw zitten, waarmede hij was vastgebonden geweest.'

De lichamen worden op 12 april 1945 begraven in Anloo en daarna door familieleden herbegraven. De slachtoffers zijn: Jan Bolhuis, Groningen, Cornelis Gerrit Wiegers, Finsterwolde, Wilhelm Adriaan van der Berg, Delfzijl, Theodoor Hendrik Bouwman, Uithuizen, Jan Driegen, Nieuweschans, Pieter Meindert Schreuder, Groningen, Allert Elema, Usquert, Johannes Helmig, Groningen, Berend Klaas Bosma Nieuwolda, Jannes Jan Walvius, Groningen.



Op 4 mei 2000 is door Staatsbosbeheer op de plek van het hol van een eerste gedenkteken uit 1970 een bord geplaatst met de beschrijving van het onderduikershol en wat zich verder op deze plaats heeft afgespeeld.  Het staat in het 'Evertsbos' op het landgoed Terborgh aan de Anderenseweg tussen Anloo en Eext.


Onderduikershol beter zichtbaar

De historische vereniging in Anloo wil in januari 2015 de plek van een voormalig onderduikershol nog beter markeren, dan alleen met gedenktekens. Het is dan slechts een vage kuil in een steeds verder dichtgroeiend landschap. De historische vereniging plant daarom dertien jeneverbessen rond het hol, overeenkomstig het aantal slachtoffers van de oorlog op die beladen plek. Een reconstructie komt er niet, want een bouwwerk zou de sfeer van de plek aantasten en dat is volgens de vereniging niet in het belang van de nabestaanden. Wel vinden opgravingen plaats onder leiding van een archeoloog om gebruiksvoorwerpen en restanten terug te vinden, zoals van het oorspronkelijke keien vloertje. Ze vinden bijvoorbeeld een flesje hoestdrank, een schoen en een slof, een stuk strozak, inclusief plukjes stro.Een deel van de vondsten ligt opgeborgen in de Homanshof in Anloo, het informatiecentrum van Staatsbosbeheer. Ook staat daar een maquette .Een pantoffel en nog wat andere voorwerpen uit het onderduikershol in Anloo worden in 2017 geëxposeerd op de tentoonstelling 'Opgegraven Strijd' in het Noordbrabants Museum in 's Hertogenbosch.

Het vernieuwde herinneringsmonument voor de slachtoffers bij het onderduikershol in Anloo wordt op 23 september 2016 door wethouder Henk Heijerman van de gemeente Aa en Hunze officieel onthuld. Er wordt een minuut stilte in acht genomen bij de kuil van een paar meter diep en een paar meter breed, gevuld met dertien imposante Drentse zwerfkeien, gemaakt door landschapsarchitect Berno Strootman.

Executies Norg

Diezelfde zondag 8 april 1945 wordt een groep van mensen - veelal verzetsmensen - uit het Huis van Bewaring in Groningen gehaald en op vrachtwagens geladen, twee aan twee aan elkaar gebonden. Er wordt gezegd dat ze op transport worden gesteld. Ze worden echter nabij het vliegveld bij Peest (bij Bonhagen) uitgeladen en in het veld doodgeschoten. Aanwezig bij deze executie is de dan 23-jarige Nederlandse SS’er Klaas Carel Faber.

De slachtoffers zijn: leerling machinist Hendrik Bennink uit Assen, boer Willem Jelle Berg uit Sappemeer, bakker Arend Bosscher uit Nieuwolda, elektricien Hindrik van Dijk uit Grijpskerk, onderwijzer Hotze Pieter de Jong uit Grijpskerk, Johan Stoffels uit Groningen, autohandelaar Johannes Jacobus de Vries uit Groningen, fabrieksarbeider Willem Cornelis Wardenaar uit Velsen, fabrieksarbeider Rienk Zwerver uit Winsum, smid Meint Zwerver uit Winsum. Uit de advertentie blijkt dat familieleden tot in augustus in onzekerheid blijven over het lot van familieleden.

Ook Sippe Dijkstra uit Harlingen is er op 8 of 10 april doodgeschoten. Op het monument staan alleen de namen van tien verzetsstrijders.

Sippe Dijkstra

Binnen Groninger verzetskringen bestaat twijfel over de rol van slachtoffer Sippe Dijkstra. Er is een vermoeden dat hij werkt voor de SD. Volgens het Groninger verzetsarchief in Groningen is Dijkstra lid van de Consi-Groep. Deze groepering houdt zich bezig met het plegen van (roof)overvallen en heeft geen goede reputatie. Dijkstra wordt op 2 maart 1945 door de hulppolitie opgepakt. Een dag later vindt de arrestatie plaats van Consi-collega Johan Stoffels. Stoffels staat wel op het verzetsmonument. Dijkstra staat ook niet geregistreerd bij de Oorlogsgravenstichting.

Massagraf Oosterduinen Norg

Acht andere verzetsmensen die ook vast zitten in Groningen worden op 8 april 's avonds in legertrucks naar een bos (Oosterduinen) iets buiten Norg gebracht, waar dan al vaker mensen zijn geëxecuteerd. Daar worden zij koelbloedig gefusilleerd door acht verschillende mensen.

Commies Sietse Hendrik Willem Bergsma uit Uithuizermeden, boer Douwe Denkema uit Opende (Gr.), smid Hendrik Frans Dresselhuis uit Nieuweschans, vertegenwoordiger Bernard Theodoor Gernaat uit Groningen, winkelier Hendrik Tjapko Huininga uit Groningen, controleur accountantsdienst Jan Kamminga uit Winschoten, student Dirk Kruitbosch uit Groningen, Hendrik Nagel en boer Bene Roelof Westerdijk uit Uithuizermeeden. De lichamen van de eerder doodgeschoten radiotelegrafist Gerrit Bakker uit Eindhoven en boer Bene Roelof Westerdijk uit Uithuizermeden worden vlakbij dit massagraf gevonden.

Duitse gasten bij herdenkingen executies Norg in 2015

Zo'n zestig nabestaanden van gefusilleerde landgenoten en vijftig gasten uit Duitsland wonen op 8 april 2015 twee herdenkingen bij in de bossen bij Norg. Basisschoolkinderen uit Norg en de Duitse partnergemeente Sögel lezen gedichten en de namen van de slachtoffers voor. Op diezelfde dag (8 april 1945) vallen in Sögel veertien slachtoffers bij bombardementen door de geallieerde strijdkrachten. Nabestaanden van de slachtoffers in Norg kwamen met het idee van een voor ons land toch nog steeds opmerkelijke gezamenlijke herdenking. Beide monumenten zijn door scholen in Norg geadopteerd, het monument aan Bonhagen door obs de Hekakker en het monument aan de Voorsteweg door het dr. Nassau College Norg.

Lehnhof vlucht naar Schiermonnikoog

Bij het naderen van de Canadezen vlucht Lehnhof op 15 april 1945 samen met tientallen anderen naar Schiermonnikoog. Hij wil van daaruit met een boot uit Borkum naar Duitsland. Maar de boot komt niet. Pas op 27 mei gaat een Nederlandse officier naar het eiland om de overgave te eisen. Het zijn de laatste Duitse militairen die zich in Europa overgeven. De groep wordt op 30 mei naar het vasteland overgebracht en in de gevangenis in Groningen opgesloten. Op 27 juli 1950 wordt Lehnhof terechtgesteld.

Tot de helpers van Lehnhof behoorden de Nederlandse rechercheurs Abraham Kaper en Pieter Schaap. Kaper en Schaap werden op 29 juni 1949 gefusilleerd. De SS-Unterscharführer Jozef Kindel was ook betrokken bij de moordpartij in Anloo, net als die in Makkum en Norg. Kindel is niet veroordeeld voor zijn misdrijven. Hij stierf in 1948 in de gevangenis aan de gevolgen van een hersenbloeding.


Ook de andere leden van de vuurpelotons moeten zich verantwoorden voor de rechter.
In 2012 duiken er beelden op van vermoedelijk de bouw van het hol in Anloo.