Luchtoorlog

Vliegveld Peest geen succes


In de zomer van 1940 besluit de bezetter om twee extra noodlandingsterreinen aan te leggen. Het ene terrein komt bij Volkel te liggen, terwijl Nachtlandeplatz op de heide bij Norg wordt gepland.

Dit 280 hectare grote vliegveld in Drenthe wordt in een jaar aangelegd door ongeveer 2.500 arbeiders in ploegendiensten die door de Grontmij uit heel Noord-Nederland worden gehaald, de meeste uit de stad Groningen. Ze worden met bussen opgehaald en weer thuis gebracht. Ze staken zelfs een middag voor een betere beloning.

Het terrein krijgt drie grasbanen in de vorm van een hoofdletter A. Ook worden er straten aangelegd en verrijzen er gebouwen, waaronder barakken, een telefooncentrale en een brandweerkazerne. Er komen ook nep-startbanen bij Donderen.


Hoewel het vliegveld in Peest ligt, is de officiële Nederlandse naam 'Vliegveld Norg'. De Duitsers noemen het 'Fliegerhorst Norg' en de geallieerden 'Aerodrome Norg'. Ook wordt er bij het huis van de commandant een vijver of waterbekken gegraven in de vorm van een vliegtuig, die vanuit de lucht goed te herkennen is. Andere bronnen beweren, dat de afgraving de vorm van een hakenkruis moet uitbeelden. Dit waterbekken, Westerveen geheten (in de volksmond ook wel Hitlerring), dient ook als watervoorziening in geval van brand.



Hoewel het vliegveld Peest goed is geoutilleerd, wordt het, in tegenstelling tot de Nachtlandeplatz Volkel, nauwelijks door de Luftwaffe benut. De Duitsers kampen er namelijk met een te hoge waterstand, een probleem dat noch door draineren noch door bemalen kan worden opgelost. Om die reden wordt het terrein alleen gebruikt door de Landwirtschaft voor het verbouwen van graan en aardappels als ook voor het fokken van konijnen en varkens.

De oorlog is voorbij, voordat het vliegveld gereed is. De geallieerden vinden het ook niet belangrijk, want het is nooit vanuit de lucht aangevallen. Als Franse parachutisten de plek in april 1945 naderen, worden start- en landingsbanen met onder meer vliegtuigbommen ondermijnd. De meeste Duitsers vluchten richting Groningen. De laatste achterblijvers blazen op 13 april gebouwen op, al is een bunker naast het vliegveld blijven staan. Ook worden een aantal gebouwen nog steeds gebruikt als woonhuis.

Van 1945 tot 1953 wordt het terrein gebruikt om overgebleven munitie uit het hele noorden onschadelijk te maken. Zo’n 20 procent hiervan verdwijnt echter niet-geëxplodeerd in de grond. De kraters van welke gelukte explosies worden gevuld met vrachtladingen vol munitie en dichtgegooid. In 1977 ploegt een boer munitiekistjes naar boven. In 1982 pleiten de PvdA-Kamerleden Ter Beek en Knol al voor het opruimen van munitie in Peest en Havelte. Ze hebben gelijk.

Omdat het wapentuig met het verstrijken der jaren steeds onstabieler en daarmee gevaarlijker wordt en verzamelaars er regelmatig een schop in de grond zetten, besluit de gemeente Noordenveld tot de omvangrijke ruimingsoperatie. F16’s van de basis Volkel brengen het gebied in kaart. De operatie begint in 1999 met de berging van een Duitse jager in de Peestermaden.

Ruimen van de munitie



De opruimoperatie van munitie bij Peest groeit uit tot de grootste in Nederland. Tussen 1999 en 20011 worden 200.000 stuks munitie uit de grond gehaald. Het Explosieven Opruimingscommando van de Koninklijke Landmacht maakt de vondsten wekelijks onschadelijk.

Het gaat daarbij onder meer om mijnen, raketten, mortiergranaten en rook- en traangas-potten. Kosten vier miljoen euro. Vanwege het aandeel dat Noordenveld moet betalen (drie ton), is de gemeenteraad in 2004 zover dat ze met de hele ruiming willen stoppen. Op 18 februari 2011 wordt de berging feestelijk afgesloten.

In 2009 verschijn een boek van de historische vereniging van Norg: ‘Schijn bedriegt... Duits vliegveld bij Peest: dure mislukking voor vriend en vijand’. Er is ook een fiets- en wandelroute gemaakt.

Munitieruimen bij Peest klaar