Het Duitse vliegveld in Havelte / munitiedepot De Eese
Aanleg start in 1942
Misschien zijn de Duitsers wel door de KLM op een idee gebracht... In 1935 zou de KLM heidevelden en bossen willen aankopen tussen Wapserveen en Havelte voor de aanleg van een vliegveld aan de westkant van de straatweg tussen beide dorpen. In 1938 is er volgens de Nederlandse Heidemaatschappij 150 hectare grond verkocht en wordt er nog volop met grondeigenaren onderhandeld. De Meppeler Courant koppelt de terreinmetingen ten zuiden van Kallenkote tot aan de weg Wapserveen-Havelte aan het vliegveld-gerucht. Gerucht of niet, dat KLM-vliegveld kom er niet, maar wel vier jaar later een Duits vliegveld langs diezelfde weg iets dichter bij Havelte. De Duitsers laten vanaf oktober 1942 een fliegerhorst aanleggen.
Flugplatz Steenwijk, het Duitse vliegveld bij Havelte, moet een volwaardige Flugplatz worden vanwaar Duitse jachtvliegtuigen kunnen opstijgen om geallieerde bommenwerpers aan te vallen. Die zijn op weg naar de Noord-Duitse steden en het Ruhrgebied. Voor de aanleg van het vliegveld worden 5600 arbeiders ingezet door de Organisation Todt: Einsatzgruppe West Bezirksbauleitung der Luftwaffe Drenthe.
Vanaf januari 1945 staat het bekend onder de naam van de chef: OT Bauleitung Saupe. Het Arbeidsbureau in Meppel organiseert de werving van arbeiders. Onder hen bevindt zich een groot aantal, uit de drie grote steden afkomstige, Joodse mannen die in aparte barakkenkampen worden ondergebracht en relatief veel vrijheid genieten. Daarnaast zijn ook gedetineerden en dwangarbeiders in Havelte werkzaam. Voor de arbeiders worden 50 barakken gebouwd.
Er zijn ook arbeidskrachten die onderduiken om aan het werken op het vliegveld te ontkomen. Zo zitten er drie uit Harlingen in een ruimte onder de bedstee in het huis van verzetsman Meile Wijnalda in Boijl. Deze opperwachtmeester en postcommandant in Boijl geeft ook wapenlessen. Op 16 december 1944 wordt Wijnalda opgepakt, mishandeld in Heerenveen en daarna via Amersfoort afgevoerd naar concentratiekamp Neuengamme. Bij een ziekentransport in drie vrachtwagens uit dat kamp wordt de laatste auto moedwillig - met daarin Wijnalda - vanaf een pont de rivier De Elbe ingereden. Meile verdrinkt. De drie onderduikers in het huis van Wijnalda worden niet gevonden, vooral ook omdat een huilende baby de aandacht afleidt, juist op het moment dat de Duitsers bij de schuilplaats komen.(De zonen Jouke en Douwe tonen foto's van vader Meile Wijnalda)
De burgemeester Jetze Tjalma van Hoogeveen wijst 200 mannen aan om te werken op het vliegveld. Als vervolgens 190 mannen niet op komen dagen, wordt hij per 22 februari ontslagen en opgepakt. De zuiveringscommissie is na de oorlog uitermate kritisch over burgemeester Tjalma en krijgt tal van beschuldigingen tegen Tjalma binnen. Onder leiding van burgemeester Tjalma worden alle Joodse personen bij voorbaat al bij de bezetter gemeld. Hij verleent ook alle medewerking bij de aanhouding.
Maar Commissaris van de Koningin Baron de Vos van Steenwijk zorgt met zijn betoog er voor dat Tjalma in juli 1945 burgemeester kan blijven. In 1951 wordt hij geridderd in de Orde van Oranje-Nassau, in 1963 wordt hij - dan lid van de Eerste Kamer - benoemd tot ereburger van Hoogeveen. NSB-burgemeesters doen zonder discussie beter hun best om arbeiders voor het vliegveld te vinden, zoals burgemeester Ludolf Jan Zandt van Gieten. Hij moet dan ook na de oorlog voor het tribunaal in Assen verschijnen en krijgt in 1949 zes jaar gevangenisstraf voornamelijk vanwege zijn jacht op onderduikers in Gieten. In cassatie wordt deze straf omgezet in vijf jaar. Hij is in 1945 ook nog even burgemeester van Zuidlaren.
Burgemeester François Marinus van Panthaleon baron van Eck, oud-reserve eerste luitenant artillerie, legt in februari 1944 zijn functie als burgemeester van Steenwijkerwold neer, als hij van de bezetter het bevel krijgt 150 mannen aan te wijzen voor onderhoud aan het vliegveld te Havelte. Hij duikt daarna onder in Friesland. De ambtswoning van de burgemeester in Steenwijkerwold wordt leeggehaald. In 1945 wordt hij na onderzoek door de Zuiveringscommissie in zijn functie van burgemeester hersteld
Lambertus Schelte Carper moet als politieman arbeiders begeleiden. Hij is in 1941 overgeplaatst van Erica naar Wolvega en is al snel in het plaatselijke verzet actief bij de begeleiding van wapendroppings. Hij moet een groep arbeiders van Wolvega naar Steenwijk brengen. Door een oogje dicht te knijpen kregen steeds meer arbeiders de gelegenheid te vluchten. Toen we in De Blesse kwamen vluchtten er nog veel meer arbeiders. Ik ben daana terug gegaan naar Wolvega, terwiji het transport werd voortgezet. Er waren natuurlijk niet voldoende arbeiders in Havelte aangekomen. Er moest dan ook een nieuwe groep naar Havelte worden gebracht. Ik heb de begeleiding geweigerd en er is me niets overkomen.'
Gevangenen Veenhuizen moeten werken aan vliegveld, meldt een verzetskrant begin 1944.
De werkzaamheden
In 1943 nemen de Duitsers bezit van hotel Frederiksoord. Het wordt het administratief centrum. Alle hotelkamers worden 'verhuurd' aan Duitse officieren. In huis Overcinge in Havelte zetelt de Bauleitung. Deze havezate van de familie Linthorst Homan is gevorderd. In januari 1944 arriveren er volgens de Utrechtse verzetskrant 'De Vrije Nieuws Centrale' één miljoen stenen. Er komen 51 gebouwen, loodsen, een brandweergebouw, opslagplaatsen voor brandstof, een waterreinigingscentrale, een commandotoren, hangars en kazernes. Er is tachtig kilometer aan loopgraven,700 hectare word afgegraven. Boeren in de omgeving moeten helpen om graszoden met paard-en-wagen naar het vliegveld te brengen om rolvelden naast de start- en landingsbaan te maken.
In de laag gelegen gronden langs de Drentse Hoofdvaart wordt daartoe 93 hectare grasland gevorderd. Ook zijn er vrijwillige arbeidskrachten. De aanleg van het vliegveld geeft in een tijd van grote armoede toch werk. En het rijden met een smalspoorlocomotief is leuker dan het keren van kazen in de melkfabriek. En je verdient goed. Een machinist op de smalspoorlocomotief krijgt ongeveer 25 gulden per week. Klaas Koops is op de foto de stoker en machinist op een stoomlocomotief bij de aanleg van vliegveld Havelte.
Stukje spoorlijn gevonden
Dit smalspoor vervoert grote hoeveelheden zand, grind, briketten, stenen, hout en grond. In de 1400 lange en 80 meter brede startbaan (tussen de golfbaan en de vlindertuin) worden miljoenen straatklinkers verwerkt. Er wordt een aftakking gemaakt op de spoorlijn Meppel-Leeuwarden. Dit lijntje heet in de volksmond het Tom Poeslijntje. De naam verwijst naar NSB-burgemeester De Lang van Steenwijk. Dit is een klein iel mannetje met veel overeenkomsten met het stripfiguurtje. De Lang spant zich in om arbeidskrachten te leveren voor de bouw van het vliegveld.
De bezetter vordert locomotieven van Spoorijzer (SIJ) in Delft en andere firma’s en verhuurt die aan aannemers die met de aanleg bezig zijn. Na de oorlog wordt de spoorlijn snel gesloopt, omdat het ijzer nodig is. Maar midden in het bos van het Uffelterzand is een stuk van tien meter bewaard gebleven. Dat verdwijnt door alle bombardementen onder het zand en wordt in 2006 door schaapherder Jelle Kootstra teruggevonden. Hij vindt in september 2017 ook nog een bom.
Hunebedden begraven
Het heidegebied wordt eerst geëgaliseerd, honderd hectare bos verdwijnt en dat geldt ook voor de hunebedden. Die liggen ook in de weg. Het positieve daarbij is dat professor Van Giffen afspraken maakt met de Luftwaffe, om te voorkomen dat de keien voor de aanleg van het vliegveld worden misbruikt. Met een dragline worden de meer dan vijftig grote en kleine keien behoedzaam in een diepe kuil gelegd.
(Direct na de oorlog worden ze weer opgegraven en eind 1949 is het hunebed weer in de oude staat hersteld, maar verliest toch de authentieke mystiek.)
Jan Poortman
Ook het buurtschap Darp, dat op de geplande aanvliegroute van één van de twee startbanen ligt, wordt met de grond gelijkgemaakt en een eind verderop opnieuw opgebouwd. De geallieerden weten veel over dit vliegveld. Dankzij geheime agenten, zoals de onderwijzer en schrijver Jan Poortman uit De Wijk, is het vliegveld tot in detail op kaarten ingetekend. Poortman maakt op 18 december 1943 in opdracht van de Geheime Dienst Nederland foto’s en riskeert daarmee zijn leven.
Het vooruitzicht over het vliegveld te wandelen (en foto’s te nemen) lokte niet direct. Bang was ik nu bepaald niet, maar niemand is als held geboren. Bovendien werkten er teveel Meppelers, die me kenden. Dus was het smoesje of ze ook wisten, waar “Jansen” ergens werkte voor wie ik een boodschap had. Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd, wat me best uitkwam, zodat ik alles wat gewenst was vastlegde.’ Bij het hunebed was er iets in aanleg onder de grond. Ook daar nam Poortman poolshoogte: ‘De fiets onder een bosje en even later gleed ik de diepte in. Het geval was een meter of 4 à 5 diep met een plank in het midden. Prettig voelde ik me nu niet direct, al was hier niemand. Het gevoel dat je in een fuik zat, liet je niet los. Dus voorwaarts. Eindelijk was ik de bocht om naar de half uitgegraven baan. Lenzen wisselen en toen bliksemsnel met de telelens de nodige foto’s nemen. Een eind weg was men druk bezig: militairen met het geweer er bij. Ik had ze amper opgemerkt, maar zag ze later op de foto’s. Terug! Nu was alle traagheid weg! Het toestel slingerde en ineens schoot de telelens uit de bajonetvatting. Verdween in de leemachtige blubber naast de plank. Om hem te redden stapte ik naast de plank en zat direct tot onder de knieën in de leemmodder; weg telelens! Eén gedachte “zo gauw mogelijk er uit!” Het lukte boven verwachting en een poos later was ik op mijn uitgangspunt.’
Voor zijn rol in het verzet krijgt hij Nederlandse, Canadese, Franse en Belgische oorlogsonderscheidingen. (In 1963 wint hij ook nog eens de culturele prijs van Drenthe.) foto: Inspecteur Breedveld en Jan Poortman in een auto op het Zuideinde in Meppel bij de terugkeer van Breedveld net na de bevrijding.
Topviolist Benny Behr werkt op vliegveld
Tot de meest bekende arbeiders op het vliegveld behoort de latere topviolist Benny Behr. Voor de oorlog trouwt Benny met een niet-Joodse vrouw. Daarom geniet hij, net als de anderen die met niet-Joden getrouwd zijn, tijdelijk beperkte vrijheid, totdat ook de Joden uit gemengde huwelijken zich mosten melden of opgepakt worden. Aanvankelijk wordt Benny in maart 1944 opgesloten in het arbeidskamp bij het Hunehuis in Havelte. Nadat hij op een gegeven moment Havelte heeft weten te verlaten, wordt hij opnieuw in Groningen gearresteerd door twee Nederlandse SD agenten, die hem op 1 augustus 1944 naar Westerbork brengen. Benny overleeft het kamp en wordt tezamen met 877 medegevangenen op 12 april 1945 door de Canadezen bevrijd.
Veel luchtgevechten in omgeving vliegveld in 1943
In 1943 gaat het strijdgewoel in de lucht letterlijk aan vliegveld Havelte voorbij. Op 8 oktober 1943 valt de Achtste Amerikaanse luchtmacht met 156 bommenwerpers Bremen en Vegeseack aan, begeleid door 250 Thunderbolts. De Duitse aas Detlev Rohwer schiet boven Havelte de P47 van first-officer Clye.D. Smith uit de lucht, zijn 31ste van 38 zeges, vooral behaald aan het oostfront. Smith komt neer bij Ruinerwold en wordt als gevangene naar Duitsland gebracht.
De Duitsers krijgen die dag ook klappen. Vlakbij Smith komt aan de Hesselterweg in Ruinerwold oberfeldwebel Erwin Stark met zijn BF 109 naar beneden. Er storten ook Duitse toestellen neer bij Een en Gasteren. En 29 november is ook zo’n dag, waarop in de regio negen Lockheed Lightnings en Thunderbolts naar beneden komen o.a. bij Hoogeveen (2), Meppel, Staphorst, Koekange, Wanneperveen en Gaselternijveen. De Duitsers verliezen vier toestellen. Jagers, die de bommenwerpers vergezelden, duiken op de terugweg regelmatig bij Havelte even naar beneden om de Duitsers te beschieten.
Op 11 april 1944 wordt arbeider Bouwe van der Wal uit Lemmer gedood, op 23 april is de Joodse koster Nechmije Stiel uit Tilburg het volgende dodelijke slachtoffer. Als gemengd gehuwde Jood was hij te werk gesteld in werkkamp Havelte, ondanks het feit dat hij met zijn echtgenote al in 1912 de Nederlands Hervormde godsdienst aannam.
Schijnvliegveld bij Oude Willem en Zorgvlied
De Duitse Weermacht begint in de zomer van 1944 met aan de aanleg van een ‘Scheinflugplatz’, een schijnvliegveld, bij Oude Willem. Ze willen de aandacht van het vliegveld Havelte afleiden en de geallieerden misleiden zodat ze slechts een dummy installatie zullen bombarderen.
Voor de aanleg heeft de bezetter namen van arbeiders nodig uit het bevolkingsregister van de gemeente Diever. Ambtenaren mogen die alleen verstrekken met goedkeuring van burgemeester Jan Cornelis Meyboom. Die duikt - al dan niet onder druk gezet door het verzet - onder. Het rare is namelijk dat hij wel eerder heel meegaand werkkrachten aanwijst voor het vliegveld Havelte. Enkele ambtenaren volgen zijn voorbeeld. Hoe dan ook, de Duitsers halen zelf de namen voor het schijnvliegveld wel uit het register als de burgemeester weg is.
Het vliegveld met namaakstartbaan komt tussen de Oude Willem weg en de weg ‘de Streng’ ten noorden van de barakken van twee in 1942 ontruimde Joodse werkkampen. Het werk bestaat vooral uit het naast elkaar leggen van boomstammen, die een startbaan moeten voorstellen. Ondanks dat de Vledder Aa ter plaatse wordt verlegd, wordt het vliegveld nooit afgemaakt. Wel staan er houten nepvliegtuigen. Aan het eind van de oorlog wijst dan ook niets op een vliegveld en ligt er alleen een omgeploegd terrein
.
De werkkampen zijn na een kort verblijf van NSB'ers in 1946 afgebroken, de barakken hebben in Limburg nog dienst gedaan tot 1966. Van het rijkswerkkamp Diever A resteert alleen het voormalig pompstation. Op de locatie van werkkamp Diever A is nu de camping “Hoeve aan den Weg” gevestigd, gelegen aan de Bosweg. Er naast op de locatie van werkkamp Diever B is bos aangeplant.
In het illegale krantenbericht uit 1944 wordt ook gesproken over vliegveldjes bij Wapserveen en Zorgvlied. Dat laatste betreft een schijnvliegveld op Fries grondgebied langs de weg De Monden tussen Zorgvlied en het dorp Elsloo. De boeren in de buurt worden opgetrommeld om met paarden en ploegen de startbaan aan te leggen. Dit moet binnen acht dagen klaar zijn. Het schijnvliegveld wordt nooit afgemaakt, al staan er wel houten nepvliegtuigen.
Vliegveld bijna operationeel
Eind 1944 is het vliegveld in Havelte wel bijna klaar en heeft Duitsland de oorlog al bijna verloren. De Duitsers zetten dan nog op beperkte schaal de eerste operationele straaljager in: de Messerschmitt 262A. Daarvoor is Havelte in principe aangelegd. Die jager landt er op 12 oktober 1944 voor het eerst, al; betreft het wel een noodlanding. Het vliegtuig schiet wel van de landingsbaan, maar kan later gerepareerd toch weer opstijgen. De Me 262 heeft een langere startbaan nodig dan de propeller jachtvliegtuigen en deze moet verhard zijn omdat de straalmotoren anders het gras in brand steken.
De eerste eenheid die kort van Havelte gebruik maakt is de met Messerschmitt BF 110’s uitgeruste Nachtjagd-eenheid, 4./NJG 1. Maximaal 50 Duitse jagers zijn ook daadwerkelijk opgestegen, maar operationeel is het vliegveld nooit. Het zijn veelal vliegtuigen van Fliegerhorst Leeuwarden die bij bombardementen uitwijken naar Havelte.
Noodlanding Flying Fortress-bommenwerper
Ook een beschadigde Amerikaanse Flying Fortress-bommenwerper ‘Our Baby’ probeert op 8 mei 1944 na een bombardement op Berlijn een noodlanding te maken op het vliegveld. Met de wielen uit wordt dat internationale signaal ook afgegeven aan de Duitsers, die desondanks het vuur openen. De B-17G wordt geraakt en komt bij Darp op de Eursinger Es terecht. Alle tien inzittenden komen om het leven en liggen begraven op de Limburgse begraafplaats Margraten. Bij dorpshuis De Stobbe in Darp wordt op 4 mei 2016 door burgemeester Rikus Jager een monument onthuld. De foto's met de namen van de slachtoffers staan op een zwerfkei.
Pilot: Darvin Smith, Co-Pilot: Art Camosy, Navigator: Claude Hawkins, Bombardier: Tony Laura, Engineer / Top Turret Gunner: Maynard Miller,Radio Operator: Jack Childers, Ball Turret Gunner: George Krieckhaus, Waist Gunner: Bill Holder, Waist Gunner: Gene Wright, Tail Gunner: Bob Granberg.
Bombardementen
Op zondag 17 september 1944 begint de grootste luchtlandingsoperatie uit de wereldgeschiedenis. Meer dan 30.000 geallieerde parachutisten of bemanningen van zweefvliegtuigen komen in het gebied tussen Eindhoven en Arnhem naar beneden. In de dagen daarvoor is het vliegveld in Leeuwarden op 11 en 16 september zo zwaar gebombardeerd, dat de Duitsers het pas begin 1945 weer gebruiken. Op 17 september 1944 en 24 maart 1945 is Havelte aan de beurt, er komen 17 september 1000 bommen neer op vliegveld Havelte. De Duitsers proberen daarna van een rolbaan een nieuwe landingsbaan te maken
Ook hierna blijft het vliegveld doelwit voor langskomende vliegtuigen. Op 11 februari 1945 bombarderen vier toestellen diverse barakken. Op 23 februari vallen er negen bommen in Uffelte, waarbij drie boerderijen worden vernield, een vrouw en twee kinderen vinden de dood. Op 22 maart wordt een arbeider uit Amsterdam op het vliegveld gedood door een boordvuur van een jager. Op luchtfoto’s van de Royal Air Force is te zien dat van het vliegveld na het tweede bombardement met 2000 bommen op 24 maart weinig meer over was. Ook 55 huizen in Havelte zijn rijp voor de sloop en de kerk en het Hunenhuis worden zwaar beschadigd. De startbaan zit vol met bomkraters en is dus onbruikbaar. Opvallend genoeg overleven alle arbeiders de bommenregen.
Franse baron stort neer
Op 7 april 1945 komt de 24-jarige Franse Spifire-piloot Luitenant-Vliegenier Baron François Roland Marie Fidèle Picot de Moras D’Aligny bij Havelte om het leven. Hij voert samen met een andere spitfire van het Franse RAF-345 squadron een aanval uit op objecten op het vliegveld. Baron François Roland Marie Fidèle Picot de Moras D’Aligny wordt rond 15.45 uur met zijn spitfire MK 369 neergeschoten. Zijn begrafenis vindt twee dagen later in stilte plaats op de begraafplaats van Havelte. Zijn lichaam wordt op 5 mei 1947 overgebracht naar Frankrijk. Op de plaats van de crash onthullen familieleden een gedenkteken. Met medeweten van de familie en in samenwerking met de gemeente Westerveld is het monument – zonder het witte hekje – later naar een beter bereikbare plek verplaatst.
Bruggen opgeblazen
Vernielde Pijlebrug tussen Havelte en Meppel in Drentse Hoofdvaart.
Als de bevrijders naderden vernielen de Duitsers diverse gebouwen. Op 9 april 1945 zijn er Canadese tanks bij de weg Ruinerwold-Havelte. De Duitse commandant van het vliegveld wil het desondanks verdedigen. Aan de zuidkant blijven enkele stellingen bemand. Een tank wordt vernield en zeker vier Duitsers sneuvelen.
Drie bruggen worden opgeblazen en wordt geprobeerd het gebied te evacueren. Drie dagen later komen de Canadezen van de andere kant, via Wapserveen vanaf Frederiksoord. De Duitsers zijn nu van drie kanten ingesloten en geven zich over. De dagen daarna waren er drijfjachten op verstopte maar nooit gevonden Duitsers in de bossen. Bij het doorzoeken van het barakkenkamp ontstaat er tussen de dan gewapende arbeiders een rel, waarbij een arbeider de dood vindt.
De Meppeler Courant meldt in juli 1945 dat de het vliegveld wordt opgeruimd. De verslaggever heeft daar ook geen enkel probleem mee, dat het schone Havelte wordt hersteld, 'dat door de moffen zo grondig verknoeid is'. En over verknoeien gesproken:blijkbaar heeft de startbaan ruim een miljoen gulden gekost. De schone natuur wordt hersteld, zodat het gebied tot 'natuurmonument' verklaard kan worden. eind 1947 doelwit voor een militair oefenterrein, nadat Appelscha als plek daarvoor wordt losgelaten. Het sanatorium aldaar wint de strijd. Ook Diever valt af. Het voormalige vliegveld komt ineens samen met aan te kopen cultuurgronden binnen de grenzen van dat beoogde oefenterrein van 1500 hectare te liggen. In Havelte zit men daarover 'in zak en as'. Het Algemeen Dagblad: 'Het in de oorlog zo zwaar geteisterde Havelte wacht nu met spanning op een gunstige beslissing en hoopt niet opnieuw door een zware slag te worden getroffen.'
Er zijn ook arbeiders die vrijwillig in Havelte komen werken. Ze moeten na de oorlog voor de speciale rechtbanken verschijnen. Zo wordt bijvoorbeeld in september 1946 tegen Jozef Gilberts uit Bilthoven vijf jaar cel geëist. Ook timmerman Nimberg uit Havelte moet bij de rechter komen. Uitvoerders worden na de oorlog gearresteerd. De meeste uitvoerders van de bouwwerkzaamheden zitten tot eind 1946 in de gevangenis. Waterbouwkundige Abraham Lesterhuis uit Apeldoorn, uitvoerder Klaas Herrebout uit Venray en boekhouder Jan Michiel Bunt uit Almelo vormen samen de firma 'Drentsch Wegenbouw'. Een flink deel van hun vermogen wordt in december 1946 door het tribunaal in Assen verbeurd verklaard.
De familie Van Karnebeek
Prins Bernhard is in 1947 deelnemer aan sportwedstrijden op de toch niet ongevaarlijke De Eese. De beste paarden van Nederland bereiden zich daar voor op de 'olympiade' in 1948 in Londen. Prins Bernhard wil dat zware parcours van 28 kilometer ook wel even uitproberen en vliegt zelf met twee paarden naar De Eese. Er is altijd een sterke relatie geweest tussen de Koninklijke familie en de familie Van Karnebeek. De Koninklijke familie doet vanaf de oorlog regelmatig mee aan jachtpartijen en andere activiteiten op De Eese. Ietje van Karnebeek is tussen 1979 en 2014 hofdame van koningin Beatrix. Een aangetrouwde achternicht, Pien van Karnebeek, wordt in 2013 hofdame.
Landgoed De Eese gekocht voor ex-kroonprins van Duitsland?
Jonkheer Herman van Karnebeek is tussen 1918 en 1927 een topdiplomaat en minister van buitenlandse zaken. Zowel de toelating van de Duitse keizer Wilhelm II en de weigering hem uit te leveren, als de toestemming om ongewapende Duitse troepen zich via Limburg te laten terugtrekken, wekt in 1918 direct de wrevel van de geallieerde. Hij wordt daarna als pro-Duits afgeschilderd. Herman koopt in 1923 het landgoed De Eese van 800 hectare. De Zwolse Courant meldt in juli 1923, dat is vernomen 'dat deze aankoop geschiedt in opdracht van de ex-kroonprins van Duitsland'. 'Een landgoed voor de ex-kroonprins?'
Die kroonprins, Wilhelm van Pruisen, zit dan verstoken van zijn gewende luxe in een oude parochie in Zeeland. Hij krijgt als opperbevelhebber van het Duitse vijfde leger in de Eerste Wereldoorlog de bijnaam 'de slachter van Verdun'. Had De Eese het luxe toevluchtsoord moeten worden voor deze asielzoeker? Op 10 november 1923 keert hij met toestemming van de Nederlandse regering naar Duitsland terug en noemt Herman zich 'Heer van De Eese'. Hij is kamerjonker en kamerheer van Koningin Wilhelmina en tot zijn dood in 1942 Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland.
Sinds zijn overlijden is het landgoed vanaf 1943 het bezit van meerdere leden van de adellijke familie. Zoon Maurits van Karnebeek - dan burgemeester in Zuidlaren - wordt in oktober 1940 burgemeester van Zwolle in een succesvolle poging te voorkomen dat de burgemeesterszetel aan een NSB-kandidaat wordt vergeven. Hij bemiddelt voortdurend tussen bezetter en bevolking. Hij beklaagt zich erover dat de Duitsers de medewerking van de Zwolse politie eisen bij de arrestatie van Joden. 'Ik voel mij bezwaard aan de politie op te dragen de zich alhier nog bevindende Joden te arresteren en naar een kamp over te doen brengen.' Vanaf mei 1944 wordt er van hem geëist dwangarbeiders te leveren voor de aanleg van militaire stellingen voor het Duitse leger.
De eerste keer gaat hij met heftige bezwaren nog min of meer akkoord. Maar als hij in september, als de geallieerde opmars is begonnen, zevenhonderd man moet leveren is ook voor hem de limiet bereikt. Hij weigert. Op 15 september 1944 dient hij zijn ontslag in en duikt onder
Munitiedepot De Eese
Duitse militairen zien ze in de oorlog al vaker op De Eese. Zo ook in juni 1942. Generalarbeitsführer Bethmann, Generaal-arbeiderleider De Bock, en NSB-secretaris-generaal Huygen nemen er afscheid van 300 Nederlandse mannen, die vrijwillig de eed van trouw hebben afgelegd op Adolf Hitler. Ze vertrekken in Duits uniform naar het oosten. De plechtigheid vindt plaats op het N.A.D.-arbeidskamp 'te midden van schitterende dennenbossen'. Ze gaan 'levensruimte en ons eigen land verdedigen' in Rusland.
Het landgoed is tot het begin van de oorlog een groeiende populaire wandelbestemming, zo blijkt uit de uitgifte van wandelkaarten: in 1939 1530, in 1940 2200 en in 1941 2428 kaarten. Een tuindersknecht uit Steenwijk moet voor de rechter komen als hij daar wandelt zonder wandelkaart. Maar aan het wandelen komt dan spoedig een einde. De familie Van Karnebeek moet ook accepteren dat de Duitsers op 1 december 1943 150 hectare aan de zuidkant van De Eese vorderen om er 47 bunkers te bouwen.Daarnaast komen er nog zo'n acht barakken voor een keuken, wachtgebouw, was- en werkbarakken en een stationsgebouw in de vorm van een kapschuur. (Diverse barakken zijn na de oorlog elders in de omgeving opnieuw gebruikt.) De muren van de bunkers worden volgens de bouwtekening 33 cm dikke splintermuren. De 'Munitionsausgabstelle der luftwaffe', codenaam Friesland, wordt volledig omrasterd en 24 uur per dag bewaakt. twee pachthoeven en het huis van de jachtopziener worden ontruimd.
Bospaden, zoals de Woldweg, worden verhard met puinresten, afkomstig uit het gebombardeerde Rotterdam. De dan 14-jarige Jacob Veenman brengt daarover twee keer per dag met paard en wagen één bom van het spoor bij Willemsoord naar de bunkers. 'Je bent jong, wat weet je dan.' Er zijn zelfs plannen voor een spoorlijn van Willemsoord naar De Eese. Twee pachtboerderijen en een woning van een jachtopziener worden ontruimd. Voor de bouw van de munitiebunkers worden mogelijk ook weer stenen uit Rotterdam gebruikt, die soms door de hitte van het bombardement nog kromgetrokken zijn. Op 12 april blazen Duitsers het munitiedepot op. Het puin van depots wordt ook weer gebruikt voor verharding van paden. Vanaf het vliegveld Havelte gaan straatklinkers vervolgens weer naar de randstad. Op De Eese worden in barakken jeudige landverraders opgevangen. Volgens Belinfante ('In plaats van Bijltjesdag') is 'Bewarings- en Verblijfskamp De Eese' één van de paar kampen waar sprake is van mishandeling op grotere schaal. In mei 1948 zijn het er nog 375. Bedrijven in Steenwijk profiteren van de komst van 'grote groepen jeugdige politieke delinquenten', zoals een commissie de Tweede Kamer meldt. Er wordt daar geëxperimenteerd met onbewaakte tewerkstelling.
Vlucht vanaf De Eese
Op 12 april blazen Duitsers het munitiedepot van het vliegveld op landgoed De Eese op. Zo'n 25 Duitsers, mogelijk ook deels afkomstig van een Duits barakkenkamp aan de Zuiderweg in Vinkega, kunnen na het opblazen niet meer terug naar het vliegveld en vertrekken met een groene bus, een auto, motoren en een truck vol munitie richting Steggerda. Als ze bijna aan het eind van de Turfhoekweg zijn worden ze beschoten door drie Canadese bren carriers, die zonder tegenstand door Noordwolde en Vinkega zijn gereden.
De bus wordt in brand geschoten en de truck ontploft. Niet alleen enkele koeien worden geraakt, maar ook luftwaffe gefreiter Hans Groh (41) van de tweede compagnie van Flieger Regiment 91. Hij is de bestuurder van de bus en hangt na het gevecht dood uit de cabine. Hans wordt in het bijzijn van evangelist Van der Wal uit Steggerda de berm van de Turfhoekweg begraven. In november 1949 worden zijn stoffelijke overgebracht naar de Duitse begraafplaats in Ysselsteyn. De Duitsers vluchten alle kanten op, vier lopen verzetsmensen in Steggerda tegen het lijf en worden gevangenen genomen. De meeste Duitsers weten te ontkomen.
De erfenis
Van de 968 woningen in de gemeente Havelte zijn er volgens cijfers van provinciaal historicus Gerding 502 min of meer door oorlogsgeweld getroffen. Door de Wehrmacht zijn 55 huizen afgebroken na bombardementen, 10 zijn afgebrand, 5 geheel of gedeeltelijk vernield door bominslag, 79 veldgebouwen zijn ernstig beschadigd, de dorpskerk is een gatenkaas en 62 woningen hebben schade opgelopen door het gebruik door het Duitse leger, terwijl 291 huizen glasschade hebben. De Duitsers laten een barakkenkamp achter met enkele honderden bewoners uit het westen van het land. In het Huis Overcinge liggen de bommen na het vertrek van de Duitsers opgestapeld in de kamers.
Een grotere erfenis zijn de vele explosieven, die in Havelte en op De Eese niet zijn ontploft. EOD-deskundigen houden het rond het voormalige vliegveld op ongeveer tien procent van de ongeveer 2000 tot 3000 afgeworpen bommen. In mei 1946 raken zes mensen bij een explosie gewond. In 1947 worden de eerste twaalf bommen al gevonden. In 1954 wordt nog een grote munitie- opslagplaats ontdekt. In mei 1987 moeten ook weer vijf gezinnen hun huis uit vanwege een bom. Pas na 1988 wordt er echt werk van gemaakt. De Explosieven Opruimingsdienst (EOD) maakt tussen april 1989 en oktober 1993 in een gebied van 350 hectare bij Havelte 180 niet ontplofte bommen en 56 granaten onschadelijk. Het honderdste exemplaar wordt in 1991 geëxposeerd in het gemeentehuis.
Begin 2011 wordt er opnieuw onderzoek gedaan naar bommen op de plek van de nieuwe toegangspoort van het Holtingerveld. De 9 jarige Xian Bakker zoekt in juni 2001 ook met een metaaldetector. Hij vindt een bom van 500 pond. De ontsteking wordt eruit gehaald en daardoor kan de bom niet zomaar meer ontploffen. De bom gaat daarna naar een oefenterrein bij de Johannes Post Kazerne. Hier wordt de bom in een zes meter diep gat gelegd en gecontroleerd door Xian (!) tot ontploffing gebracht. Hij krijgt als geschenk een grote scherf van de bom mee naar huis. Overigens wordt eerste wel een camping ontruimd en moeten 500 bewoners binnen blijven tijdens de ontmanteling van de bom.
Op 4 september 2017 wordt door schaapherder Jelle Kootstra een vijfhonderdponder-bom gevonden langs de Van Helomaweg. ´In de oorlog heeft op die plek een Duits gebouw gestaan en ik kijk daar altijd. Een aantal keren heb ik daar al spullen gevonden. Ik wilde zien of het geen melkbus was, dus ging ik graven.´
Ook bij de aanleg van sportvelden wordt in juni 1975 een Amerikaanse bom van 125 kilo gevonden. Het kost wat moeite de ontsteking te verwijderen. Daarna wordt de bom afgevoerd in ....een kruiwagen.
Munitie wordt geruimd op De Eese
In het Drents-Overijsselse bosgebied De Eese wordt eind 2016 gezocht naar niet-ontplofte explosieven. Vooral het zoeken door hobbyisten met metaaldetectoren levert teveel gevaar op. Door de jaren heen zijn er al verschillende vondsten door passanten en munitiezoekers gedaan. Er is al eerder een grote ruimactie op De Eese geweest, maar het duurt jaren, voordat er geld is voor een grootschalig onderzoek. Deze foto stamt uit 1982 waarbij de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) handgranaten ruimt. Handgranaten zijn bijvoorbeeld door de Duitsers in putten gedumpt. Elke vierkante meter van het natuurgebied wordt in november 2016 met speciale apparatuur onderzocht. De oogst is veel groter dan verwacht. Op 5 december 2016 wordt op het oefenterrein in Havelte dertig kilo tot ontploffing gebracht, in januari 2017 nog eens tien kilo.
Sporen vliegveld
De structuur daarvan van het vliegveld is nog goed in het landschap herkenbaar, vooral de startbaan en de rolbanen. Verder zijn nog hangars aanwezig, en bomkraters die herinneren aan de bombardementen van het vliegveld in het najaar van 1944 en in maart 1945. Op enige afstand van het vliegveld liggen verspreid over Havelte tal van Duitse militaire gebouwen, waaronder het voormalige lazaret en het wachtgebouw. In de vroegere zuidoosthoek van het vliegveld zijn resten van het luchtafweergeschut te vinden. Landingsbaan en rolbanen vormen nu wandelpaden in het natuurgebied dat op het vliegveldterrein is ontstaan. De landingsbaan ligt er nog, omdat niemand naar de oorlog daar durfde te graven. Om de 80 meter lag er een Duitse bom onder. Richting Wapserveen was begonnen met de aanleg van een tweede baan maar deze is nooit voltooid.
In het bos kan men ineens op aarden wallen stuiten of stukken beton op de plaats waar een gebouw tot ontploffing werd gebracht. Vele bominslagen zijn nog herkenbaar aan de kraters die zich nu als poeltjes in het landschap tonen. Zeer bijzonder zijn de drie openluchthangars die zijn aangetroffen. Dit zijn grote open ruimtes met een aarden wal eromheen van enkele meters hoog. Deze werden overdekt met takken en ander camouflagemateriaal om zo de vliegtuigen aan het oog te onttrekken. Interessant zijn ook dat restanten van een compleet rioleringsstelsel waarop alle Duitse militaire gebouwen waren aangesloten.
Bouwwerk van vliegveld gefotografeerd in 1971.
Op de hoek van de Hogelaan en het Churchill-plantsoen spelen kinderen in een Havelter woonwijk op een grote heuvel. Het is het restant van een communicatiebunker van het vliegveld.
Puin in tuin woning 2016 blijkt transformatorhuisje
Al 20 jaar kijken Roel Wiewel en zijn vrouw aan de Parkkamp aan tegen een klein stukje beton dat boven het grasveld uitsteekt: 'Met grasmaaien moet je altijd uitkijken voor dat stuk steen.' Op 30 april 2016 besluit Roel Wiewel het stuk uit te graven, maar tot zijn eigen verbazing vindt hij een bouwwerk dat zeker vijf bij vijf meter groot is en meters diep in de grond zit. De betonnen platen lopen schuin naar beneden en verdwijnen in de grond. Hij vermoedt direct dat het iets met het voormalige Duitse vliegveld te maken heeft. Het gaat om de restanten van een opgeblazen transformatorhuisje. Jelle Kootstra heeft documenten gevonden waarop het transformatorhuis staat. Hij heeft zelfs de aanbestedingsnota van het huisje boven water getoverd: 9.100 gulden rekent de firma Bakker uit Havelte in 1943 af voor de bouw van het transformatorhuis van vijf bij acht meter.Het gebouw is aan het einde van de oorlog vermoedelijk door de Duitsers zelf opgeblazen.
Bom Havelte juli 2011 ontploffing gebracht
Ontploffende bom
TV item onderzoek ingang Holtingerveld 2011
Onthulling monument in Darp op 4 mei 2016.
Bom onschadelijk gemaakt in 2017
In Havelte wordt 6 september 2017 na zes jaar weer eens een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog tot ontploffing gebracht. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) haalt de slagpin uit de 500-ponder, zodat hij niet meer op scherp staat. Daarna wordt de bom verplaatst naar een open heideveld op het terrein van defensie en tot ontploffing gebracht. Schaapherder Jelle Kootstra vindt de bom aan de Van Helomaweg.
Vliegtuig herinnert wandelaars aan schijnvliegveld Oude Willem
Stichting Dorpsbelangen Hoogersmilde wil van een wandelroute door het Nationaal Park Drents Friese Wold een echte belevingsroute maken. Daarom is een oud vliegtuig gekocht, dat wandelaars moet doen herinneren aan het schijnvliegveld bij Oude Willem. Dorpsbelangen heeft het Saab-toestel op de kop getikt bij een handelaar in afgeschreven vliegtuigen uit Limburg. Samen met een groep vrijwilligers gaat de stichting het oude lesvliegtuigje opknappen en overspuiten in de kleuren van een Spitfire-gevechtsvliegtuig en legt daarna de namaak-Spitfire met de neus naar beneden in het bos, zodat het lijkt of het toestel is neergestort.
Herinneringen aan opbouw munitiedepot op De Eese
Jakob Veenman en Wolter de Vries uit Steenwijk hebben het ontstaan van het Duitse munitiedepot op De Eese van dichtbij meegemaakt. Veenman moet bommen voor de Duitsers vervoeren. Hij is dan veertien. De Vries vervoert puin uit Rotterdam.
Munitie 'De Eese' tot ontploffing gebracht in Havelte (2016)
Aflevering uit programmaserie 'Sporen van de oorlog'.
Bezoek aan vliegveld met schaapsherder Kootstra maart 2011