Bezetting

Dwangarbeiders op Kanaaleilanden




Op 30 juni 1940 bezetten de Duitsers de Kanaaleilanden, het enige gebied onder de Britse kroon, dat bezet wordt. Premier Winston Churchill besluit dat de eilanden niet van strategisch belang zijn en dus niet verdedigd worden.  De keus voor de bewoners is evacuatie naar het Verenigd Koninkrijk of een onzeker lot tegemoet gaan op het eiland. Ruim 19.000 mensen vertrekken, vooral jonge mannen en 4.700 schoolkinderen naar familie of internaten. Ongeveer 24.000 mensen blijven op de eilanden.

Hitler beschouwt de bezetting van de Kanaaleilanden als propaganda, de eerste en uiteindelijk laatste stap op weg naar een bezetting van Engeland. Als de invasie van Engeland van de baan is besluit Hitler over te gaan tot het bouwen van verdedigingswerken: de zogenaamde ‘Atlantische Muur’. Delen van Den Haag en IJmuiden worden daarvoor afgebroken. Het Nederlandse deel van de wal hoort tot de sterkste schakels in het geheel. Hitler vermoedt dat de geallieerden mogelijk de Nederlandse kust uitkiezen voor hun invasie.

Deze verdedigingslinie wordt aangelegd langs de kust van de Atlantische oceaan en de Noordzee vanaf het uiterste noorden van Noorwegen tot aan de Spaanse Pyreneeën. De totale lengte is 5300 kilometer en het plan bestaat uit 15.000 bunkers die worden gebouwd door duizenden dwangarbeiders. De aanleg begint in december 1941 en is gaat door tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. De linie is nooit afgebouwd.


Als onderdeel van die Atlantikwall worden ook forten gebouwd rond de kusten van de Engelse eilanden Jersey, Guernsey en Sark. De meerderheid van de arbeiders zijn Duitse soldaten, al worden er ook rond de duizend Russische gevangen soldaten ingezet. Maar er zijn ook honderden Nederlanders, zoals Jan Bisschop uit Steenwijk en Jan Regtop uit Nijensleek. Klaas de Vries uit Noordwolde wordt op 16 september 1942 dodelijk getroffen door een stuk rots. De Stellingwervers zijn toch al ruim vertegenwoordigd. Ze zitten vlak bij het strand in vakantiehuisjes met best veel vrijheid in het noorden van Guernsey. Er is een groep van bijna 30 overtollige rietvechters uit Noordwolde en een groep van minstens 13 mannen uit Wolvega.

Op 9 mei 1945 geeft na een dag nadenken ook het Duitse garnizoen op de eilanden zich over. De Duitsers worden afgevoerd of helpen bij het opruimen van bijvoorbeeld mijnen. De betonnen bunkers zijn een te grote klus. Het betekent dat deze periode in de geschiedenis van Guernsey bepalend is geworden voor de aanblik van de kustlijn met nog vele stukken muur en artillerietorens zichtbaar en begaanbaar. 
Tal van andere objecten zijn nog te zien: het Duitse militaire ondergrondse hospitaal, het La Valette ondergrondse museum, Castle Cornet, het radio station waarmee het geïsoleerde eiland contact hield met Berlijn, een uitkijktoren, en bunkers. Op het nabijgelegen eilandje Alderney was zelfs een concentratiekamp, het enige op Brits grondgebied. De bezoeker kan ook de German Underground Hospital en de wartunnels bezoeken. Het German Occupation Museum geeft ook een goede kijk op het leven tijdens de bezetting, met een geheel nagebouwde straat in bezettingstijd.

De Stellingwerfse dwangarbeiders hebben lang niet gesproken, maar vertellen hun verhaal in een boekje van Pim Mulder uit Oosterstreek, dat in november 2012 in Noordwolde in het bijzijn van voormalige dwangarbeiders wordt gepresenteerd.

Gesprek over boek Guernsey-arbeiders