Bevrijding

Operatie Amherst


Twee – afgeslankte – regimenten van de Franse 'Chasseurs Parachutistes' (SAS) worden in de nacht van 7 op 8 april langs de marsroute afgeworpen om bruggen veilig te stellen, de vliegvelden bij Havelte en Eelde te bezetten, verbindingen te storen en verwarring te stichten onder de Duitsers, zodat ze geen tijd hebben de verdediging goed te organiseren.Van alle bruggen worden alleen die in Smilde en Appelscha succesvol veroverd. In heel Drenthe worden in het voorjaar van 1945 maar liefst 140 bruggen verwoest. Waar in Friesland het verzet probeert dat te voorkomen, lijkt het Drentse verzet zich daar niet echt mee bezig te houden.
Operatie Amherst is de naam van deze luchtlandingsactie van zo'n 700 Franse parachutisten. Ze maken deel uit van de Britse SAS (Special Air Service). Tijdens en na de operatie sneuvelen 33 Franse para’s. De para's zijn verdeeld over 47 groepen (sticks), gedropt bij Meppel, Beilen, Westerbork, Gieten-Borger, Appelscha en Assen.



De parachutisten komen verspreid over heel Drenthe en zelfs in Friesland neer en kunnen elkaar in het bosrijke Drenthe slecht terugvinden. Geen enkele groep komt in de buurt van het vliegveld in Havelte terecht. De daaropvolgende dagen leggen de Fransen overal in Drenthe en Friesland hinderlagen aan en leveren gevechten met de Duitsers waarbij ze ondersteund worden door het verzet. Geïsoleerde groepjes parachutisten proberen vooral te overleven en houden zich met hulp van de bevolking schuil. De represailles van de Duitsers zijn keihard.

Verzet neemt wraak bij Meppel



De Franse parachutist Yves Loichot en verzetsnan Kees de Roos worden in de vroege ochtend van 8 april dodelijk getroffen als ze samen op een motor door het gebied bij Staphorst rijden. De schoten zouden gelost zijn vanuit de woning van de familie Santing. De oude landwachter Santing, geboren te Ruinen, en zijn vrouw Annigje Santing-Poepe, zijn fanatieke NSB'ers. Ook hun zonen Harm, Jakob en Willem zijn die nacht thuis. Verder is er de 16-jarige Alex Duif uit Punthorst (geboren in Zwolle) en Geert Duif, alsmede twee oudere NSB'ers afkomstig uit Nieuwleusen: Klaas en Rutger Prins. Leden van de BS nemen het recht in eigen hand en schieten ze allemaal dood uit wraak voor dood van de Franse parachutist en de dood van verzetstrijder Kees de Roos.

Uitvaart Loichot op de Katholieke begraafplaats Hesselingen in Meppel.

Gasselte

De Fransen die landen bij Gasselte veroveren het hoofdkwartier van het Nationalsozialistische Kraftfahr Korps (NSKK), dat gevestigd is in de pastorie van Gasselte. Vanaf oktober 1944 is deze eenheid van Duitse Aan- en Afvoertroepen daar gelegerd. Het zijn nagenoeg allemaal Nederlandse vrijwilligers. Bij deze actie komt de Franse korporaal Fernand Begue om het leven. De para's trekken zich met hun gesneuvelde kameraad en gevangengenomen Duitsers terug in de bossen. Vervolgens nemen de Duitsers weer bezit van hun hoofdkwartier en nemen alle mannen van Gasselte gevangen en sluiten hen op in het witte kerkje van Gasselte.


Uiteindelijk worden zestien mannen afgevoerd naar Assen op beschuldiging van hulp aan de vijand. Zij worden op 13 april daar bevrijd door de Canadese troepen. Bégue, afkomstig van Madagaskar, wordt - gewikkeld in een parachute- begraven in de bosrand. Nadat de Canadezen zijn gearriveerd, wordt hij begraven op de plaatselijke begraafplaats. Uiteindelijk heeft hij zijn laatste rustplaats gevonden op Madagaskar. Bij de oprit van de pastorie is een monument geplaatst.

Schoonloo

De Fransen leveren ook bij Schoonloo felle gevechten met de Duitse bezetter, waarbij aan beide kanten slachtoffers vallen. De Duitsers nemen wraak, zodra de parachutisten vertrokken zijn. Twee verraden verzetsstrijders worden tegen een boom doodgeschoten bij de molen in Schoonoord. Het zijn de grootvader en oom van de uitbaatster van café Hegeman in Schoonloo, Alie van Zanten. Ze hadden parachutisten koffie gegeven. Landbouwer Klaas Schepers, de grootvader van de latere politiewoordvoerder Klaas Wilting, moet op 9 april gedwongen Duitsers vervoeren, als 'beloning’ wordt hij bij Wezuperbrug neergeschoten.

Orvelte

Het veroveren van bruggen en het voorkomen dat deze de lucht ingaan, vormt een belangrijk onderdeel van de operatie Amherst. Van de aanval op de Orvelterbrug getuigt een plaquette, die is aangebracht op de achtergevel van één der gebouwen van de vroegere vlasfabriek van Orvelte aan het Oranjekanaal. Het roept in herinnering de dood van de korporaal 1e klas Antoine Treis. Bij het forceren van een doorgang bij de vlasfabriek wordt hij getroffen door kogels, afgevuurd vanuit één van de nabij gelegen boerderijen.

Westerbork

Een enkel Frans team is wel succesvol. Zo bezet één van de sticks enkele dagen lang bij Spier de weg van Beilen naar Hoogeveen. In Westerbork wordt bij toeval de ervaren Pruisische generalmajor Karl Böttger bijna uitgeschakeld in zijn hoofdkwartier in hotel Slomp. Dit wordt op 8 april bestormd door Franse parachutisten. De generaal raakt gewond maar weet te ontkomen. Bij het voormalig gemeentehuis bevindt zich het herinneringsmonument van de voormalige gemeente Westerbork. Bij de gevechten in het dorp op 8 april sneuvelen 3 para's.

Böttger is sinds maart 1944 in de stad Groningen commandant van Feldkommandantur 674, als hij in april 1945 het bevel krijgt over de verdediging van Midden-Drenthe, een 26 kilometer lange linie langs de Hoogeveensche Vaart. Hij heeft daarvoor de beschikking over vier compagnieën van maximaal 130 man. Hij wordt in diverse bronnen ook genoemd als de man die de leiding heeft over de verdediging van de stad Groningen, maar hij ligt tijdens dat gevecht zwaargewond in een Duits hospitaal. Generaal Böttger wordt op 8 mei alsnog opgepakt en zit tot juni 1947 in de cel. In 1957 maakt hij op basis van zijn herinneringen een schets van de verdediging van Drenthe. Hij overlijdt in 1965 in Bremen.

Spier



Vlakbij hotel De Woudzoom te Spier, direct aan de weg, ligt het voormalig graf van majoor Jean Salomon Simon. Hij wordt tijdens gevechten op 11 april dodelijk getroffen aan zijn hoofd en overlijdt enkele uren later in Hoogeveen. Simon's graf, getooid met zijn helm, is blijven bestaan, ook al is hij later met andere Franse militairen herbegraven op de Franse erebegraafplaats in Kapelle-Biezelinge in Zeeland.

Een tweede Fransman, Claudius Campan, overlijdt ook in Spier, maar wordt veel eerder begraven in Kapelle Biezelinge. Hij staat tot 2010 niet op het monument. Dat wordt dan alsnog rechtgezet door de broer van de gesneuvelde Franse parachutist.

Niet alleen ten gevolge van gevechtshandelingen sterven para's, maar ook door ongelukken. Op de begraafplaats van Beilen bevindt zich het graf van de sergeant Yago Ragnacci, die na zijn sprong verdrinkt in een sloot. Jean Marie Ravenel, begraven in Smilde, komt in de problemen als zijn parachute in die knoop raakt met de parachute van een container. Hij wordt door de container verpletterd

Moord op 19 burgers bij Fluitenberg

De para’s maken contact met de blije gezinnen Reinder en Johannes Lunenborg, Arend Scholing, Jan Strijker en Jan Vos. Die voelen zich bevrijd. In de boerderij van Vos worden gevangen genomen Duitsers ondergebracht. De Duitsers komen achter de aanwezigheid van de Fransen en gaan vanuit het Spaarbankbos het gevecht aan. De Fransen verdedigden zich fel vanuit de boerderij van Jan Vos. Enkele Hoogeveners, die zich ook in geallieerde legerkleding hadden gestoken, vechten mee met de Fransen. De boerderij van Vos vliegt in brand en een Duitse munitiewagen ontploft. De para’s trekken zich met de Duitse gevangenen terug achter het spoor in oostelijke richting terug. De Duitsers reageren hun woede af op deze behulpzame buurtbewoners van de Wijsterseweg en enkele voorbijgangers.

De woedende Duitsers vallen eerst de boerderij van Scholing binnen en schieten daar drie personen van de familie Scholing neer, de moeder overlijdt alsnog op 14 april aan haar verwondingen in een ziekenhuis. Daarna worden nog eens 15 personen door de Duitsers meegenomen in noordelijke richting, die zijn aangewezen door een NSB-verpleegster. Ze verblijven een nacht bij een boer in Eursinge. Hayo Wubs wordt vermoedelijk op de vlucht doodgeschoten. De overige veertien worden in het bos bij Pesse via een nekschot doodgeschoten, door een groep Duitsers (Grüne Polizei), die met een vrachtauto uit de richting Beilen komt aanrijden.

Dat zijn er dus in totaal 19 personen. Vooral de families Scholing en Lunenborg worden zwaar getroffen. Bij Fluitenberg staat sinds april 2011 een monument, dat aan de vergeldingsactie herinnert. De slachtoffers zijn: Arend Scholing (55), Margje Scholing-Duinkerken (55), Dirk Scholing (26), Arend Jan Scholing (17), Gezinus Scholing (14), Mintinus Pol (28), Jan Rotmensen (25), Reinder Lunenborg (52), Egbert Lunenborg (16), Johannes Lunenborg (49), Willem Lunenborg (17), Ate le Duc (26), Marinus Voerman (39), Hayo Wubs (27), Roelof Veldman (24), Pieter Strijker (24), Gerrit Coelingh (26), Hendrik Markveldt (27) en Matthijs Erkens (24).



Trouw

Monument Spier

Op de plek waar in Spier 14 van die 19 slachtoffers worden geëxecuteerd, wordt na de oorlog een kruis geplaatst met de tekst '21 strijders gefusilleerd 10 april 1945'. Dat klopt dus niet. Mogelijk zijn er nog andere oorlogsslachtoffers meegeteld. Op de foto staat het monument min of meer in de berm van de snelweg A28. Begin 2015 is het verplaatst naar een meer respectvolle plek.

Drama in Diever

De Franse parachutisten zoeken in Diever direct contact met het plaatselijk verzet. Die meten ook gedacht hebben dat de bevrijders gearriveerd waren. Als eerste wordt op 8 april NSB-burgemeester Pier Obe Posthumus door het veel te hard van stapel lopende verzet opgepakt. Er ontstaat een misplaatste bevrijdingsroes in het dorp. De Fransen zijn niet de bevrijders. Op de ochtend van 10 april worden niettemin enkele NSB-evacués afgetuigd. Een van deze NSB'ers weet naar Steenwijk te ontkomen, waar zijn zoon deel uitmaakte van een afdeling Waffen-SS.

Vroeg in de middag verschijnen de gealarmeerde Duitsers in Diever om orde op zaken te stellen. Zij splitsen zich in twee groepen. Een groep arresteert willekeurige burgers terwijl de andere groep optrekt tegen de Franse parachutisten. De plaatselijke commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten probeert op dat moment elders de Fransen zover te krijgen dat de NSB'ers worden afgevoerd om verdere moeilijkheden te voorkomen. Twee van zijn mensen staan achter de begraafplaats tegen de Hezenes te wachten op de terugkeer van hun commandant als ze verrast worden door de komst van de SS'ers. Ze vluchten over de kale es naar de bossen en worden beschoten. Jan Koning wordt dodelijk getroffen. Hendrik Zoer weet met een wond aan zijn nek te ontkomen.

In het vuurgevecht dat in het dorp met de parachutisten volgt komen zo’n 10 SS'ers om het leven, waaronder de Ortscommandant van Steenwijk. In de loop van de middag worden uiteindelijk 11 gegijzelde burgers, in de leeftijd van 14 tot 62 jaar, bijeengebracht de begraafplaats. Uren later arriveert s avonds een heel boze SD-commandant van Steenwijk. Hij schiet zijn wapen leeg op de gegijzelde mensen. Alleen de licht gewonde Koop Westerhof weet de executie te overleven door zich urenlang dood te houden. De lijken worden na het vertrek van de Duitsers opgebaard in het Schultehuis.

Rond de middag wordt Dwingeloo bevrijd door het Canadese leger, maar bij de Drentse Hoofdvaart kunnen ze niet verder omdat de brug van Dieverbrug kapot is. De commandant vreest dat de opmars drie dagen vertraagd wordt. Maar hij heeft niet gerekend op de inzet van vele vrijwilligers, die uit restanten van de Wittelterbrug een noodbrug weten te maken. In de vroege morgen van 12 april steken de eerste gevechtswagens de noodbrug over en wordt Diever bevrijd. Maar de tegenstelling tussen rouwende en feestende mensen is daar groot. Aan de Bosweg staat een monument voor.Jan Koning, Hendrik Akkerman, Harman Bennen, Klaas Daleman, Jan Houwer, Nicolaas Houwer, Koop Houwer, Roelof Hunneman en Kornelis Kerssies (allen uit Diever), Antonius Maria Gerardus Janssens uit Oss en Joseph Antonius Cornelis Maria Janssens uit Berkel.

Appelscha



In een veld van boer Mindert de Boer aan de vaart bij Haulerwijk, aan de huidige Koumansbrug en Slinke, komen acht Franse parachutisten neer. Ze hebben opdracht de bij Appelscha te bezetten. Maar ze zijn op de verkeerde plaats gedropt. Ook komen zo’n 60 man bij Haulerwijk en Appelscha terecht. Op hetzelfde moment dat de para’s in het bos neerkomen, oefenen iets verderop acht leden van de Knokploeg Noord-Drenthe. De mannen hebben in de bossen tussen Appelscha en Smilde een hol, dat ze 'Prins Bernhard Kazerne' noemen en waar ze al sinds eind februari gebruik van maken. Ze staan onder leiding van Wim van der Veer, een commando die in oktober 1944 bij Veenhuizen is gedropt om het Friese verzet te helpen. Als hij de groep para’s ontdekt, ziet hij hen aanvankelijk aan voor Duitse soldaten, maar ziet net op tijd de rode baretten. De verzetsmensen helpen daarna de Fransen als gidsen. De Fransen bij Haulerwijk komen terecht bij een boer waar ook Duitsers zijn. De Duitsers worden gevangen genomen en even later geëxecuteerd.

Zondagsmiddags raken Franse militairen bij Haulerwijk zijn geland slaags met Duitse soldaten langs de Haulerwijkervaart. Daarbij sneuvelt de 21-jarige parachutist Henri Pintaud. Hij wordt begraven in Haulerwijk, waar later een monument voor hem zal worden opgericht. Enkele van zijn maten ontkomen en verschuilen zich in het Blauwe Bos bij Haule. Vier anderen raken gewond en worden gevangen genomen. De gevangenen worden op een boerenwagen naar Haulerwijk gereden waar dokter Beumer hen verbindt en verzorgt.  Op 10 april wordt de brug Stokersverlaat bij Appelscha door verzetsmensen en Fransen bezet. De Drentse verzetsman Jan Eleveld wordt bij Appelscha door een Landwachter doodgeschoten, een tweede BS’er is zwaar gewond. De Fransen bij de brug trekken zich terug om de brug op 12 april weer te bezetten, zodat de Canadezen er op 13 april probleemloos passeren. (De Fransen schieten in het donker ook nog een man uit Ureterp dood.) De Veenhoopsbrug in Smilde moet zelfs driemaal veroverd worden.
Bij Stokersverlaat wordt zondag 12 april 2015 een monument onthuld. Het is een initiatief van het Appelschaster herdenkingscommissie. In het monument is de plaquette ingemetseld die de Franse bevrijders tien jaar eerder de Appelschasters aanboden. De Franse veteraan Maurice le Noury is bij de onthulling aanwezig (foto Nieuwe Ooststellingwerver).

De 51-jarige Geert Gerding uit Peelo wordt in Drenthe met zijn paard en wagen gedwongen munitie te vervoeren. Hij rijdt richting Friesland. Achterop de wagen zitten twee vrouwen en er loopt een groep van twintig Duitsers en collaborateurs achter de wagen. Op 15 april even na drieën bereikt de stoet de kerk in Murmerwoude. Daar zitten zes mannen van de BS. Ze lossen een schot op de wagen. Met een daverende knal ontploft de munitie, de wagen vliegt de lucht in. Gerding is op slag dood, evenals vier Duitse soldaten. 

Assen



Een hevig vuurgevecht aan de Koelenweg bij Assen kost zes para's het leven. Een plaquette met kruis herinnert aan de gebeurtenissen van 10 april. De parachutisten brengen een nacht door in de boerenschuur van boer Mulder, omdat de omgeving onveilig wordt gemaakt door Duitsers en Landwachters. Toch raken ze op de ochtend van dinsdag 10 april in gevecht met Landwachters. Tijdens het vuurgevecht van een uur wordt het rieten dak van de schuur in brand geschoten en dat stort in. Drie para’s komen in de vlammen om. Drie anderen worden dodelijk getroffen. Onder de slachtoffers is parachutist Asem (Azem) Ibrahim, een Frans soldaat 1e klasse uit Syrië. De namen van de anderen zijn Pierre Valayer, Marcel Leveque, Pierre Bevalot, Robert Spina en Jean Munch. Zij staan vermeld op een gedenkplaat tegen een schuur in Zijerveld, Assen. De Syrische parachutist soldaat Asem Ibrahim wordt bezongen in een lied van Frank Westenbrink.

Executie Assen

Op 13 april 1945 bevrijden de Canadezen twee Franse para’s in het Assense Huis van Bewaring. Voor drie para's kwam die bevrijding te laat: ze zijn op 10 april 1945 geëxecuteerd, samen met zeven gevangen genomen verzetsstrijders. Dat gebeurt in opdracht van het plaatselijke SD-hoofd Wilhelm Petri uit Frankfurt, die nog in discussie gaat met SD-er Willy Weber. Weber heeft moeite met het doodschieten van 'geüniformeerden', zo verklaart hij later tijdens de rechtszaak. Maar als Petri voorstelt ze dan maar op de vlucht dood te schieten, vindt Weber dat weer geen goed idee. Petri krijgt bij verstek de doodstraf opgelegd, maar de straf wordt nooit uitgevoerd. Petri is ook diegenen die slachtoffers uit Assen aanwijst voor de executie bij Woeste Hoeve. Weber moet voor 19 jaar de cel in, maar wordt vanwege 'einer inzwischen eingetretenen Geisteskrankheit' de grens overgezet.

Paul Duquesne sneuvelt bij Zuidlaren

De Franse parachutist Paul Duquesne wordt bij gevechten in Zuidlaren op 9 april door de Duitsers doodgeschoten. Hij zit met anderen omsingeld in een boerderij. Hij weet vechtend aan de overmacht aan Duitsers te ontsnappen, maar wordt dan voor de tweede keer ingesloten. Een Duitse officier geeft hem het bevel zich over te geven en de handgranaat die hij nog vasthoudt te laten vallen. Alle gevaren en gevolgen vergetend, gooit hij zijn granaat midden tussen de Duitsers, hiermee velen verwondend en dodend, waarna de 25-jarige Duquesne door een mitrailleursalvo wordt gedood.Op 13 april wordt Zuidlaren bevrijd.

Op verzoek van zijn ouders wordt het lichaam van Paul in september 1949 van Zuidlaren naar het Belgische Wevelgem overgebracht. Zijn vader is daar sinds 1932 directeur wordt van een tapijtweverij. In 1942 vertrekt Paul naar zijn oudste broer in Bretagne en wordt lid van het Franse verzet. Hij neemt actief deel aan alle activiteiten rond de invasie op 6 juni 1944 en sluit zich daarna aan bij de SAS-parachutisten van het vrije Franse leger en krijgt een opleiding in Engeland. Vervolgens maakt hij dus deel uit van Operatie Amherst.


Het gemeentebestuur van Wevelgem brengt op 18 in april 2015 - precies zeventig jaar na het overlijden - op het erepark voor gesneuvelde militairen aldaar hulde aan Paul Duquesne. Dat gebeurt in aanwezigheid van militaire en diplomatieke genodigden uit België, Nederland en Frankrijk.



Aan de Lageweg in Zuidlaren wordt op 9 april in 2017 in het bijzijn van familieleden een monument voor Paul Duquesne onthuld.



In Zuidlaren wordt in 2017 operation Amherst herdacht. Defensie geeft demonstraties tijdens het bevrijdingsfestival en ook zijn historische militaire voertuigen te zien. Op verschillende andere plaatsen in Zuidlaren worden kampementen met acteurs geopend voor publiek. Ook worden zogenaamde 'mock battles' gehouden, dat zijn schijngevechten waarmee een stukje geschiedenis levend wordt gemaakt.

Verzetsman Arnold van Weringh uit Zuidlaren redt een gewonde Franse parachutist die landt in de buurt van Zuidlaren. Arnold woont en werkt in de smederij op het terrein van Dennenoord. Het wemelt er van de Duitsers in de laatste oorlogsdagen, omdat de nazi’s het terrein gebruikten als ziekenhuis voor gewonde militairen.Toch ziet Van Weringh kans om de gewonde Fransman, net als ook andere onderduikers, daar naar toe te nemen en verborgen te houden tot de geallieerden Zuidlaren bevrijden.Via gemeentesecretaris Holstein begint Van Weringh in september 1944 met zijn eigenlijke OD werk. Hij wordt gewestelijk commandant van district, dat bestaat uit de gemeenten Zuidlaren, Vries, Gieten en Anloo. Van Weringh heeft dan ook contacten met Trouw, die incidenteel bij drukkerij Hertz in Zuidlaren wordt gedrukt.


Op het herinneringsmonument, dat in april 1985 aan de Balkenweg te Assen wordt onthuld, staan in marmer gegraveerd de namen van de 33 gevallen Franse para's. De bres midden in het monument staat symbolisch voor de stootkracht van deze para's, die deel uitmaakten van de S.A.S. (Special Air Service). In het 65e jaar van de bevrijding wordt in 2010 bij dit monument de laatste grote officiële herdenking gehouden.

Het oorlogsmonument voor de Franse parachutisten aan de Vaart in Assen wordt op zaterdag 4 mei 1985, met militair eerbetoon, onthuld door de commissaris van de Koningin Ad Oele (rechts). Op de voorgrond vermoedelijk Jikke Veenstra, die in Frankrijk gesprekken voerde over de oprichting van dit monument.

Na de herdenking begeven genodigden zich naar de Brink voor de opening van de tentoonstelling: de Canadese Bevrijders. Links de regionale commandant Noord, overste Reurekas, in het midden de Canadese kolonel B.M. Allway (die met zijn eenheid kamp Westerbork bevrijdde in april 1945) en rechts de commissaris van de Koningin Ad Oele. Midden op de achtergrond wethouder Hulshof.


Onderscheiding uitgereikt aan Fransen in 1951


Beelden herdenking Amherst in 2007

Documentaire operatie Amherst 2010

Drents Diep Herdenking Amherst 2007

Herdenking Amherst Assen 7 april 2011




In Zuidlaren is op zondag 9 april 2017 een monument onthuld voor de Franse soldaat Paul Duquesne.



Twee van de zevenhonderd Franse parachutisten, die in de Tweede Wereldoorlog meevochten tijdens operatie Amherst, waren in april 2017 even terug op de plek die hen voor het leven heeft getekend.

Twee inwoners Schoonoord doodgeschoten (Het verhaal van Drenthe 2010)


Herdenking Amherst 2010

Verhaal van Frank Spit