In augustus 1944, dus geruime tijd na D-Day, landt de Nederlandse Prinses Irene Brigade met 1200 mannen op het strand van Arromanches in Frankrijk. Daaronder ook enkele Drenten, zoals soldaat Sloots uit Assen en sergeant Van Hoving uit Zuidlaren. (Over hen is in 1994 door Radio Drenthe de onderstaande reportage gemaakt.)
Engelandvaarder Levi uit Assen
Op 12 augustus 1944 neemt de Brigade deel aan de gevechten bij Pont-Audemer en Saint-Côme. Daar, en later ook in België, wordt de strijd aangebonden met de Duitse troepen die de geallieerden proberen tegen te houden. Veel leden maken de bevrijding niet mee, waaronder de Joodse Engelandvaarder Abraham Levi uit Assen. Bram Levie is vertegenwoordiger bij de manufacturen- en stoffengroothandel van zijn vader en heeft onder de schuilnaam Rodrigues contacten binnen het verzet. Hij vlucht samen met zijn vrouw, de verpleegster Gretha Mendels, op 21 november 1941 via Hoek van Holland. Ze maken deel uit van een groepje Nederlanders, dat vertrekt met een motorvlet van de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen.
Zeeziek en uiteindelijk ook zonder benzine dobberen ze met een zeiltje naar Engeland, waar ze na 68 uur op zondag 23 november, zwaaiend met drie Nederlandse vlaggen, bij Reculver (Isle of Thanet) in het graafschap Kent aan wal komen. Levi meldt zich bij de Prinses Irene Brigade. Hij landt met de brigade in Frankrijk op 14 augustus 1944 en wordt rond 25 oktober 1944 geraakt door Duits vuur bij gevechten langs het riviertje de Oude Ley bij het Belgische Broekhoven (onder Tilburg). De gewonde soldaat wordt overgebracht naar een ziekenhuis in Brussel, waar hij op 31 oktober 1944 aan zijn verwondingen overlijdt. Levi (34 jaar) ligt begraven op de Stedelijke Begraafplaats Evere te Brussel.Zijn echtgenote keert met haar twee jaar oude zoon Ronald Bernhard na de oorlog terug naar Nederland.
Operatie Market Garden
Vanuit België rukt de brigade op naar Nederland en vecht in Zeeland en in Hedel. De brigade is in Nijmegen tijdens operatie Market Garden in september 1944. Binnen vijf dagen nadat de Slag om Arnhem zo hoopvol begint, blijkt ze een debacle. Het afsnijden van de Duitse troepen in het westen van Nederland en het doorstoten naar het Ruhrgebied mislukt, omdat het laatste en meest cruciale doel van de operatie, de verovering van de brug bij Arnhem, niet gerealiseerd wordt. De slag om Arnhem is verloren; de oorlog niet. Al is de blunder van de ambitieuze Britse bevelhebber, Bernard Montgomery, er wel één van de oorzaken van dat Nederland ten noorden van de grote rivieren nog bijna acht maanden op zijn bevrijding moet wachten. De Prinses Irene brigade is onder meer betrokken bij de bevrijding van Tilburg (25 oktober) en Den Haag (8 mei).
Slag Scheldemonding
Een tweede oorzaak van dat uitstel is, dat - mede door de operatie Market-Garden - de aanvoerwegen waarlangs de geallieerde troepen bevoorraad en versterkt moeten worden, te lang en daardoor te kwetsbaar zijn. Daarom wordt eerst alle aandacht gericht op het openen van de Scheldemonding en de verovering van de havenstad Antwerpen. Dat lukt, ten koste van grote verliezen aan mensenlevens en de verwoesting van het eiland Walcheren (foto), dat grotendeels onder water verdwijnt, nadat de dijken onder zware bombardementen op enkele plaatsen gebroken zijn. Op 8 november 1944 wordt Walcheren bevrijd en op de 28ste van dezelfde maand wordt het eerste bevoorradingsschip in Antwerpen gelost.
Begin december 1944 zijn twee miljoen Nederlanders bevrijd, namelijk de bewoners van de gebieden ten zuiden van de grote rivieren en ten westen van de Maas. Het nog bezette deel van Limburg, met Roermond en Venlo, zou pas begin maart 1945 worden bevrijd. In Zeeland is Schouwen nog bezet. Nijmegen (Gelderland) is bevrijd, maar het blijft een 'frontstad'. Noord-Brabant is helemaal bevrijd, met uitzondering van een Duits bruggenhoofd bij Capelse Veer (aan de Bergse Maas, ten noordwesten van Waalwijk
Ardennenoffensief
De derde oorzaak van het uitstel van de bevrijding van Noord-Nederland is de wanhoopspoging van de Duitsers om Antwerpen te heroveren: het Ardennenoffensief onder Von Rundstedt.Tijdens het Ardennenoffensief kwamen meer dan 40.000 soldaten van de verschillende strijdende partijen om. Van de Amerikaanse soldaten, die zo rijkhalzend uitkeken naar het vieren van kerst in de rustige Ardennensector, waren velen gedood, gewond, gevangen genomen of vermist. Hoewel dat offensief met grote inspanning wordt bedwongen, is wel duidelijk dat de geallieerden niet bereid en in staat zijn hun operaties ten noorden van de rivieren in de wintermaanden voort te zetten. Daardoor sterven vooral in de grote steden in het Westen nog eens vele duizenden door honger, uitputting, oorlogsgeweld of executies.
Tijdens het Ardennenoffensief is Bastogne het strijdtoneel voor de grootste veldslagen. Het stadje is het belangrijke wegenknooppunt en wordt door de Duitsers belegerd en omsingeld. Maar tot een overgave van de Amerikanen komt het niet, ze worden ontzet.
Pan voor Duitse aanval uit bezette noorden
Vanuit het bezette noorden dreigt, net voor Kerstmis 1944, een massale Duitse aanval. Tienduizenden Duitsers staan klaar om het rivierengebied over te steken. Duitse parachutisten bereiden zich voor op luchtlandingen in en rond Tilburg. Maar de geallieerden ruiken onraad en slaan alarm. Ze bewapenen zelfs de soldaten ver achter het front. Tankeenheden worden naar strategische plekken gemanoeuvreerd om klaar te zijn voor de verrassingsaanval die het Ardennenoffensief moet ondersteunen.
De bedenker van deze terugkeer naar Brabant is parachutisten-generaal Kurt Student. Hij vindt het vreemd dat de legerleiding alleen via de Ardennen naar Antwerpen oprukt. Student wijst er op dat de opmars naar Antwerpen via Brabant veel korter en dus sneller is. Student krijgt vanuit Berljjn groen licht op 17 december 1944.
Geheim bevel voor verrassingsaanval via Breda
Op een geheime Duitse legerorder is te lezen dat het een verrassingsaanval moet worden: door het Land van Heusden en Altena, over Oosterhout en Breda naar Antwerpen. Militair-historicus Johan van Doorn vindt de geheime order, die gedateerd is op 21 december 1944, in het Bundesarchiv in Duitsland. Deze dreigende 'Brabantse blitzkrieg' is een vrij onbekend hoofdstuk uit de oorlog. De Duitse documenten vermelden exact waar de Duitse troepen zich moesten formeren voor de grote aanval.
Ook de doelwitten zijn zorgvuldig uitgekozen. Parachutisten moeten bijvoorbeeld het Canadese hoofdkwartier aan de Goirleseweg in Tilburg uitschakelen net als de geallieerde kanonnen bij Kaatsheuvel. Voor de overtocht met de Duitse tanks over de rivieren zijn speciale boten gemaakt. Opvallend is ook dat de Duitsers er op gokken dat het slecht weer wordt, zodat de geallieerden geen luchtaanvallen kunnen uitvoeren.
Vanuit het verzet in bezet Nederland krijgen de geallieerden berichten dat er iets staat te gebeuren aan de frontlijn. Van Bergen op Zoom tot achter Den Bosch worden pas aangelegde bruggen voorzien van springstoffen en zelfs (opnieuw) opgeblazen. Er worden ook mijnenvelden aangelegd. De zorgen zijn groot omdat net het grote Duits offensief is begonnen in de Ardennen. Daar gaan veel militairen naar toe en Brabant is dus minder goed verdedigd.
Pas later blijkt dat de Duitsers wel willen komen maar niet kunnen, onder meer door zoiets simpels als een tekort aan benzine voor de tanks. Bovendien stokt het Ardennenoffensief rond de kerstdagen. Al snel kwamen de eerste berichten dat Duitsers zich terugtrekken in het gebied van de grote rivieren en dan kan dit 'Christmas-Alarm' worden opgeheven, zoals de Canadezen het noemen. Pas in de eerste dagen van 1945 wordt duidelijk dat de Duitsers niet meer in staat zijn om deze geplande legeroperatie uit te voeren.
Generaal Christiansen trekt zich terug naar Emmen
Begin 1945 trekt de leider van het Duitse leger, generaal Christiansen, zich terug op Emmen. Vanuit de ontruimde Villa Lindenhof van wethouder Zegering Hadders probeert de generaal de oorlog te rekken. Het verzet in Emmen maakt de geallieerden op de aanwezigheid van Christiansen attent. Op 22 februari 1945 voeren vliegtuigen een bombardement uit op het onderkomen van de generaal. De bommen missen hun doel. Enkele woningen in de buurt van het station worden verwoest. Er vallen zes doden, waaronder twee Duitsers, en verschillende gewonden.
Friedrich Christian Christiansen, oud-generaal van de Duitse luchtmacht en oud-bevelhebber van de Wehrmacht in Nederland, wordt op 20 juli 1948 door twee bewakers begeleid naar de gerechtszaal in een villa aan de Velperweg in Arnhem, waar hij tot 20 jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld.
Operatie Veritable
In het Ardennenoffensief (16 december 1944 - 12 januari 1945) verbruikt Hitler zo ongeveer zijn laatste reserves. Doordat de frontlijn tussen de Maas en de Rijn gedurende de winter van 1944/1945 vrijwel gelijk blijft, besluit het Engelse en Canadese opperbevel dat er een vernietigende slag moest worden toegebracht.
Deze Operatie Veritable wordt gepland om 8 februari 1945 . Omdat het offensief - met als doel de Rijn over te steken bij Wesel - al drie keer uitgesteld is, heet de Operatie Veritable (het uur van de waarheid). Zo'n half miljoen soldaten gaan vanuit Nederland richting Duitsland. Dat leidt tot de verovering van de westelijke Rijnoever. Maar de verovering van de brug bij Wesel gaat minder voorspoedig. Op 10 maart blaast een terugtrekkende Duitse achterhoede de Rijnbrug bij Wesel op. Gelukkig is er de verrassende inname van de ongeschonden Ludendorff-spoorbrug bij Remagen. Op 30 maart 1945 beginnen de geallieerden met de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland.
Operatatie Plunder
Onder algemeen opperbevel van Bernard Montgomery wordt voor de opmars richting Groningen – Bremen operatie “Plunder” opgesteld. Montgomery heeft de beschikking over het 9e Amerikaanse leger, het 2e Engelse leger en het 1e Canadese leger. Dit laatste is samengesteld uit het verzwakte 2e leger en het 1e dat uit Italië was teruggetrokken.
Het 1e Canadese leger bestaat uit zeven divisies: vijf Canadese, een Poolse en de 49e Engelse. Het Engelse leger trekt op ten oosten van de lijn Hengelo-Lingen-Bremen. Ten westen van deze lijn trekken de Canadezen noordwaarts: rechts de 4e gepantserde divisie, in het midden de 2e infanterie divisie en links, langs de IJssel, de 3e infanteriedivisie. ‘Plunder’ komt 23 maart in beweging met het oversteken van de Rijn bij Wesel. De 2e Canadese infanteriedivisie forceert op 3 april een overgang over het Twente-Rijnkanaal tussen Goor en Delden en vormt een bruggenhoofd. De Duitse tegenaanval wordt afgeslagen, de tegenstand is snel gebroken. De weg naar de bevrijding van Noord-Nederland wordt definitief ingeslagen.