Onderzoekers van herinneringscentrum Kamp Westerbork hebben ruim duizend fouten gevonden in de administratie van gedeporteerde Joden en andere slachtoffers van de nazi's. In 2005 komen onjuistheden aan het licht als in het centrum voor het eerst de namen van alle 102.000 mensen worden voorgelezen, die in concentratie- en vernietigingskampen zijn omgekomen.
Later blijkt pas echt hoeveel fouten en onduidelijkheden er zijn, als de administratie van het voormalige kamp wordt gedigitaliseerd, zo bevestigt Dirk Mulder, directeur van het herinneringscentrum, berichtgeving in de Volkskrant in april 2017 hierover.
Chaos na de oorlog
De fouten hebben te maken met de administratieve chaos die na de oorlog heerst. Een commissie van het ministerie van Justitie moet het lot van alle vermiste Joden natrekken en gaat daarbij af op getuigenverklaringen, transportlijsten en kamparchieven. Maar de transportlijsten bevatten fouten en doorhalingen en de archieven zijn niet compleet. Bij het Nationaal Archief in Den Haag liggen honderden dossiers van gedeporteerden die na de oorlog niet dood zijn verklaard, omdat daarvoor goede gronden ontbraken. Vaak waren hele families vermoord en deed er later niemand meer navraag', zegt onderzoeksleider José Martin. 'Zo zijn veel mensen onder de radar verdwenen.'
In 2014 is daarom een speciaal team aan het werk gegaan, dat zoveel mogelijk onzekerheden moet zien weg te nemen. Medewerkers van Westerbork ontdekken dat mensen als overleden of vermist te boek staan die na de oorlog uit de kampen zijn teruggekeerd. Personen die volgens de administratie overleden waren, blijken nooit officieel dood te zijn verklaard. En doordat mensen onder een verkeerde naam op de transportlijst staan, blijven ze altijd als 'vermist' te boek staan, terwijl ze in werkelijkheid zijn overleden of juist terugkeerden uit de kampen.
Nog vragen rond 600 mensen
Met behulp van data van onder meer het Joods Historisch Museum, het Joods Digitaal Monument en het Rode Kruis slaagden de onderzoekers erin al ruim duizend fouten te herstellen en ontbrekende gegevens aan te vullen. 'Het gaat langzaam', zegt Mulder, 'want vaak is het zoeken naar een naald in een hooiberg'.
Er zijn nog zo'n 600 personen in de kampadministratie waar de onderzoekers meer over te weten willen komen. Maar Mulder heeft zich er al bij neergelegd dat er nooit volledige duidelijkheid zal komen over het lot van de nazislachtoffers. 'Daar is gewoonweg te weinig archiefmateriaal voor. En daar zijn we toch van afhankelijk. Maar ieder mens heeft er recht op om op een correcte manier in geschreven of gesproken woord te blijven voortleven.'