|
|
|
Bezetting
De Nederlandse Volksdienst in Drenthe (NVD)
De Friese Courant van vrijdag 16 april 1943. ‘Hedenochtend is een honderdtal kinderen uit Friesland per trein naar de Gouw Franken in Duitsland vertrokken.’ De kinderen stappen volgens de krant in Heerenveen, Wolvega en Zwolle in speciale wagons: noordelijke kinderen die midden in de oorlog in de omgeving van Neurenberg zes weken vakantie doorbrengen bij tijdelijke pleegouders, veelal boeren.
Het Drentsch Dagblad doet verslag van zo’n kinderreisje met 800 kinderen in een trein ‘die boldert door de nacht.’ ‘Zwaar puffend zwoegt de trein met zijn vrolijke last door ’t prachtige landschap. Een snerpende fluittoon en dan wordt het stikdonker, de lampen gloeien aan….de kinderen schreeuwen en gillen van emotie en sensatie…De eerste tunnel. Daar waar de kinderen zijn ondergebracht is nog nimmer luchtalarm gegeven.‘
Duitse kinderen naar Nederland
Omgekeerd worden ook Duitse kinderen uitgenodigd voor vakantie naar Nederland te komen. Zo komen in mei 1944 honderd Duitse kinderen naar Groningen. Je moet dan even bij de burgemeester melden hoeveel kinderen je wilt hebben en of het jongens of meisjes van een bepaalde leeftijd moeten zijn. Het initiatief van de kindervakanties is van de Nederlandse Volksdienst, in 1941 is opgericht om het imago van de bezetter op te poetsen via ‘de verzorging van alle Nederlanders, uit een oogpunt van de zorg voor het volk en de welvaart’.
De Duitse National Sozialistische Volkswohlfahrt staat model: eenheid en orde in de welzijnszorg. In Drenthe worden in gemeentehuizen en Groene Kruisgebouwen tien hulpposten geopend voor morele steun aan (aanstaande) moeders. In Drenthe is de NVD opgesplitst in ‘buurtschappen’.
Binnen de NVD-structuur vormt elke stad en elk (groter) dorp een zelfstandig buurtschap, met aan het hoofd een buurtschapshoofd, bijgestaan door een aantal stafmedewerkers: een organisator, een penningmeester, een propagandist en een sociaal werkster. H.E. Boerma is de eerste provinciaal directeur voor Drenthe en daarna is G. Meelker tot 1943 de provinciale leider, gevolgd door J. Borstlap, J. Lippinkhof en opnieuw J. Borstlap tot april 1945.
Op de bres voor zwakke volksgenoten
In mei 1942 zijn in Drenthe al 40.000 gedupeerden van oorlogshandelingen gesteund met zo’n half miljoen gulden. Het gaat bijvoorbeeld om financiële hulpverlening bij bominslagen in Gieten, Erica en Hoogeveen en ook verstrekking van kleding en goederen.
De NVD zet zich in voor sociale gerechtigheid voor alleenstaanden moeders, ‘zwakkere volksgenoten’ zoals oorlogsslachtoffers en dus de jeugd. ‘Veel vrouwen en kinderen hebben in krachten ingeboet’. Voor het bioscoopjournaal blijkt dit een prachtig propagandamiddel, want we zien kinderen zorgeloos op vakantie gaan in een fantastisch land. Beelden van vrolijke ontmoetingen met de sympathieke plaatselijke Hitlerjugend en met de Bund Deutscher Mädel.
Alleen in januari nemen in Drenthe – volgens een Duitse krant - al 12.000 kinderen deel aan kinderfeestjes van de NVD.
En 1700 mensen bezoeken een expositie van de NVD in Assen. Daar stelt Drents leider Borstlap namens een leger van 2000 Drentse vrijwilligers: ‘Nog steeds veel te veel volksgenoten staan naast dit werk, terwijl hun plaats er juist middenin is. Zij weten heel goed dat ons volk ziek is, en dat Europa ziek is, maar Europa zal weer gezond worden. Het moet worden uitgebannen dat alles met een menselijk gelaat gelijk is.’
Drenthe staat volgens een andere spreker landelijk op de eerste plaats wat het Winterhulp- en NVD-werk betreft. De vrijwilligers worden voornamelijk aangenomen om te collecteren. Het exacte aantal vaste personeelsleden in Drenthe is niet bekend, maar het zou gaan om vijftig tot zestig.
NVD-leider Borstlap fotografeert een Sinterklaasfeest in Hoogeveen.
De NVD wordt desondanks nooit effectief. Het zijn vooral NSB-families die gebruik blijven maken van de voorzieningen. Familieleden en verzorgers staan wapperend met Nederlandse vlaggetjes en vlaggetjes met hakenkruizen op het perron hun kinderen uit te zwaaien, die blijkbaar verandering van lucht nodig hebben. Voor 6000 bleke kinderen uit het zwaar geteisterde Rotterdam zal dat in 1940 toch echt anders zijn geweest dan voor relatief gezonde Drentse kinderen in 1943. Het zijn tegen die tijd vooral Duits-vriendelijke ouders die hun kinderen nog op deze door de overheid gesponsorde reizen stuurden. Ook het Noorderhuis in Hoogeveen is een NVD-vakantiebestemming.
Elke ouder dient vooraf een verklaring te ondertekenen waarin staat dat het kind niet van joodse afkomst is. Minderwaardige gehandicapte, zieke en zelfs bedplassende kinderen zijn ook niet welkom. Het gaat de NVD om het gezond houden van erfelijk gezonde kinderen. Soms draaft zelfs een muziekkapel van de politie op om het uitzwaaien helemaal tot een feestje te maken.
Uiteraard zit er dus een nationaalsocialistisch opvoedingsideaal achter die liefdadigheid en daarom richt de NVD zich vooral op moederen en haar erfbiologisch gezonde Arische zoon of dochter. ‘De moeders zijn de draagsters van ons volk en de kinderen vormen de toekomst.’
Tot in de nazomer van 1944 gaan Nederlandse kinderen nog op vakantie naar Bohemen en Moravië.
‘Kinderlandverschickung’.
De Duitsers organiseren in eigen land ook reizen onder de term ‘Kinderlandverschickung’. Ze brengen in de oorlog bijna twee miljoen kinderen uit vernielde steden naar het veiliger platteland. In de Hongerwinter van 1945 worden naar schatting zo’n 50.000 kinderen uit onze steden in het westen uitgezonden naar het oosten en noorden van Nederland. De NVD zorgt voor Duits personeel voor de treinen, aangezien het Nederlandse spoorwegpersoneel staakt. Deze kinderen worden op Duitsgezinde pleegadressen ondergebracht.
Tegelijkertijd beschuldigt de Friese collaborateur Max Blokzijl voor de radio de Engelsen van propaganda als in maart 1945 honderden kinderen uit het bevrijdde Zuid-Nederland op vakantie gaan naar Coventry in Engeland. Ook als de oorlog voorbij is blijft het ideaal om kinderen via vakanties aan te sterken levend. Zo’n 30.000 Nederlandse kinderen gaan naar Engeland, Schotland, België, Frankrijk, Denemarken en Zweden.
|
|
|