Alleen Jules Schelvis overleeft transport naar Sobibor
Jules Schelvis is de enige overlevende van een transport van 3006 personen van Westerbork naar Sobibor, dat op 1 juni 1943 vertrekt. Hij werkt als drukker als de oorlog uitbreekt. Als de Jodenvervolging begint wordt hij ontslagen. Hij en zijn vrouw Rachel besluiten niet onder te duiken, maar zich bij een razzia in Amsterdam op 26 mei 1943 te laten oppakken. Ze denken dat ze in Duitsland tewerkgesteld zullen worden, en zijn dan ook niet heel ongerust.
Vanaf station Muiderpoort worden de 3000 Joden naar Westerbork gebracht, vanwaar ze een week later bepakt en bezakt op transport worden gesteld naar Sobibor, op de grens van Polen en Oekraïne. Als ze daar vier dagen later aankomen, worden ze met gummistokken en zwepen uit de wagons geslagen. Ze moeten naar een barak lopen en daar hun bezittingen achterlaten.
Bliksemsnel worden de mannen van de vrouwen gescheiden; er wordt verteld dat ze zouden gaan douchen. ‘Er kwam een jongeman op mij af en die vertelde mij heel voorzichtig wat er gebeurd was. Je zult het niet geloven, zei hij, maar je zult het wel móeten geloven. Iedereen op dat veld, die zich daar aan het uitkleden was, is binnen een paar uur vergast en verbrand. Iedereen. Ik kon het niet geloven, je kunt je niet voorstellen dat zoiets kan gebeuren.’
Schelvis zou zijn vrouw (en schoonfamilie) nooit meer zien, met wie hij al op negentienjarige leeftijd trouwde om haar te behoeden voor deportatie. 'Ik kon Chel niet eens meer kussen en omkijken mochten we niet.' Alleen zijn moeder en zuster blijken na de oorlog nog in leven.Zelf overleeft Schelvis, omdat hij naar een ander kamp wordt getransporteerd. Hij mag gaan werken als turfsteker, nadat hij een SS'er correct aanspreekt met zijn titel Unterscharführer. Uiteindelijk wordt hij in zeven kampen aan het werk gezet.
In de zomer van 1944 zit hij in kamp Szkolna in Polen als het Rode Leger nadert. De SD geeft bevel alle Joden bij het naderen van de Russen te doden, maar de kampleiding negeert dat bevel en laat de gevangenen 100 kilometer naar het westen lopen, vanwaar ze op transport worden gesteld naar Auschwitz. Schelvis wordt vandaar naar het kamp bij Stuttgart vervoerd. Op 8 april 1945 wordt hij daar door het Franse leger bevrijd.
Sobibor-expert
De in Amsterdam geboren Schelvis geldt jarenlang als dé Sobibor-expert. In 2008 wordt hem door de Universiteit van Amsterdam een eredoctoraat verleend. Zijn wetenschappelijke studie Vernietigingskamp Sobibor (1993) wordt door velen gezien als een belangrijk werk over het kamp.In 1999 richt hij de Stichting Sobibor op.
Ook is hij de initiatiefnemer van het oorlogsmonument 'De Tekens van Westerbork' van kunstenaar Victor Levie, dat in 2001 vlakbij het voormalige kamp bij Hooghalen wordt geplaatst.Het monument (foto) bestaat uit vijf graftombes van natuursteen met daarop de namen van de vernietigingskampen waar de gedeporteerden vanuit Westerbork heen worden gebracht.
Proces John Demjanjuk
Tussen 2009 en 2011 is hij achttien maanden medeaanklager in het proces tegen voormalig kampbewaarder John Demjanjuk. In het Poolse Sobibor, vlak bij de grens met Oekraïne, worden in de Tweede Wereldoorlog 170.000 mensen vermoord, onder wie ruim 34.000 Nederlanders. Schelvis is een van de achttien Nederlandse overlevenden van negentien transporten met 34.313 mensen vanuit Westerbork, tussen 2 maart 1943 en 20 juli 1943. Hij draagt dat kamp zijn hele verdere leven met zich mee.
Demjanjuk wordt uiteindelijk veroordeeld tot vijf jaar cel, maar wordt vrijgelaten in afwachting van zijn beroep. Dat idee was onder andere van Schelvis afkomstig. 'Ik weet hoe het is om oud te zijn en kwaaltjes te hebben. Ook al is het een misdadiger, je moet enig begrip tonen', zegt hij, verwijzend naar zijn humanistische opvoeding. Demjanjuk sterft uiteindelijk in 2012, voordat het beroep doorgang vindt.
Gastspreker Westerbork
Schelvis geeft vele interviews om het verhaal van de Holocaust levend te houden. Volgens Herinneringscentrum kamp Westerbork heeft als een van de eerste Europese Holocaust-overlevenden de oorlog een gezicht gegeven. 'Wij zijn dankbaar voor al zijn werk en zullen zijn warme en gedreven persoonlijkheid missen.' Directeur Mulder en Schelvis gaan samen op reis naar Polen en bezoeken daar ondermeer Sobibor. 'In dat kamp verloor Schelvis zijn vrouw, familie en vrienden, maar desondanks lukte het hem toch om afstand te kunnen nemen. Ik heb veel bewondering voor zijn veerkracht. Met het overlijden verliest Herinneringscentrum Kamp Westerbork een gewaardeerd gastspreker, we hadden een innige band met hem.'
In 2013 is hij in de Tweede Kamer om te praten met Kamerleden die zich bezighouden met oorlogsgetroffenen. Hij krijgt een staande ovatie. Ook de laatste jaren van zijn leven tot zijn dood in april 2016 zet de dan 95-jarige historicus Schelvis zich dus in om het vernietigingskamp onder de aandacht te blijven brengen. Hij schrijft verschillende boeken (onder andere 'vernietigingskamp Sobibor' en 'Binnen de poorten') over het kamp. Zijn laatste boek 'Er reed een trein naar Sobibor' verschijnt in 2012.
Schelvis en werkt mee aan een serie herdenkingsconcerten. 'Het was een ongekende ervaring om in de laatste fase van mijn leven vijf maal mijn verhaal over te brengen op een zo geïnteresseerd publiek. Aan het slot zong de onovertroffen mezzosopraan Marjolein Niels 'Urhlicht' van het door mij uitgekozen vierde deel van de Tweede Symfonie van Mahler. Ik stond aan de grond genageld en dacht aan mijn in Sobibor vermoorde grote liefde. 's Nachts hoorde ik in mijn droom haar telkens zingen. Ik sprong uit bed en liet alleen in mijn kamer mijn tranen vloeien.'
Op 14 oktober 2013 wordt Schelvis door Polen onderscheiden en benoemd tot Officier in de Orde van Verdienste van de Republiek Polen. Zes jaar eerder is hij al benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Zeventig jaar na de bevrijding is hij in 2015 in Westerbork ook als gastspreker aanwezig. 'Mijn wens is dat u de essentie van mijn verhaal doorvertelt aan het nageslacht, zodat ook u een steentje bijdraagt aan de nagedachtenis van de vermoorde Joden uit Nederland.'
Holocaust Memorial Day: Getuigenis door Sobibor-overlevende Jules Schelvis op donderdag 17 januari 2013 in Aula Radboud Universiteit Nijmegen.
Herdenking 70 jaar na de opstand in Sobibor. Die opstand vond plaats op 14 oktober 1943.
Jules Schelvis spreekt tijdens de jaarlijkse mei-herdenking op het kampterrein in 2015.
Het bijzondere levensverhaal van Jules Schelvis. Uitzending van Netwerk 4 mei 2007.