Jodenvervolging

De families Stern uit Assen


Sam Stern (1919) groeit op in een niet-orthodox Joods gezin in Assen. Zijn vader heeft een dubbele baan: naast vertegenwoordiger is hij ook dansleraar met een eigen dansinstituut. Al jong begint ook Sam dansles te geven. Daarnaast speelt hij in een orkestje.

De anti-Joodse maatregelen hebben grote gevolgen voor dansinstituut Stern. Noodgedwongen wordt er een Joodse lunchroom van gemaakt, waar Sam kennis maakt met mevrouw Spanier, de vrouw van een arts uit Kamp Westerbork.

Op 17 augustus 1942 krijgt Sam Stern een oproep zich op het station van Assen te melden om vervolgens te worden geplaatst in het werkkamp in Ruinen. Op 2/3 oktober 1942 wordt de volledige kampbevolking van Ruinen overgebracht naar kamp Westerbork. Het contact met mevrouw Spanier blijkt daar van grote invloed op zijn lot. Via kamparts Spanier krijgt hij een baantje in het ziekenhuis.

Bijna drie jaar lang verblijft Sam Stern in Kamp Westerbork, waar hij de bevrijding meemaakt. In ‘Ziekenbroeder in kamp Westerbork’ vertelt Sam Stern over zijn verblijf in Westerbork, waar hij zich wist op te werken tot verpleger. Uiteindelijk zijn Sam zijn grootouders, ouders, zijn zus en zwager en oom en tante met vijf kinderen ook in kamp Westerbork beland. Op een maandagavond in februari 1943 worden ook hun namen genoemd. Ze moeten op transport. Omdat Sam ziekenbroeder is kan hij bij de trein - in een witte jas met een band - afscheid nemen van zijn ouders.

Het is de laatste keer dat hij zijn ouders en grootouders ziet. Op 19 februari 1943 zijn ze allemaal in Auschwitz vergast. Na de oorlog wordt broeder Stern uit Kamp Westerbork tot 1970 weer dansleraar Sam Stern.

In 'Ziekenbroeder in kamp Westerbork' vertelt Sam Stern over zijn verblijf in Westerbork, waar hij zich dus weett op te werken tot verpleger.

Jenny Stern zet in Westerbork haar ouders en zusje op de trein

En dan is daar ook nog het verhaal van een andere Joodse familie Stern, dat van een bloeiend modehuis in de Drentse hoofdstad. Hun lot is exemplarisch voor de hele shoah: eerst de anti-Joodse maatregelen die leidden tot onteigening van hun bezittingen, daarna het vertrek naar werkkampen (onder andere in Vledder) en Westerbork.

Vader en moeder Stern zijn ernstig ziek. Daarom worden beiden tot april 1943 opgenomen in ziekenhuizen in Assen en Groningen. Ze corresponderen veel met elkaar, met hun drie dochters Hetty, Jenny en Leny, en met anderen, Meer dan tachtig brieven blijven bewaard. Zij vormen de hoofdmoot van dit boek. Verschillende zijn geschreven vanuit de werkkampen en vanuit Westerbork; bijna alle brieven werden ongecensureerd verstuurd.

Het echtpaar Stern en hun zevenjarig dochtertje Leny worden op 20 april 1943, de verjaardag van Hitler, op transport gesteld naar vernietigingskamp Sobibor, waar ze na drie lange en bange dagen vol onzekerheid worden vergast. Van de 1166 mensen van dat transport overleeft niemand de oorlog. De andere dochters, Hetty en Jenny, duiken onder. Jenny ontsnapt als één van de weinigen uit Kamp Westerbork. Haar verhaal is de rode draad in het boek ‘Het mankeert ons aan een goed adres’ van journalist Niek van der Oord uit Noordwolde, zoon van Jenny Stern.

Struikelstenen



Jenny Stern legt in juni 2012 een (struikel)steentje met daarop de naam van haar zusje Leny, die op 7-jarige leeftijd in Sobibor door de nazi’s werd vergast. Ook haar ouders Aron en Frouwien kwamen om in dat vernietigingskamp en dus ook voor hen ligt er in de Marktstraat een struikelsteen.

Drents Diep Joodse familie Stern

Gesprek met voormalig kampgevangene Sam Stern


Jenny Stern is in september 2012 ook aanwezig bij de onthulling van een plaquette in Assen.